Vereniging in de kijker –Fraternité des mamans de mpangu
Marie Kibaba, beter gekend als ‘maman Marie’, is een vat vol bruisende energie, eigen aan mensen die passie en gedrevenheid feilloos met elkaar weten te combineren.
Zij is afkomstig uit RDC Congo, 73 jaar oud en moeder van 8 kinderen die allen getrouwd en uitgefladderd zijn naar verschillende landen en continenten.
Sedert 2000 woont zij in Brussel waar zij zich settelde naar een lange en succesvolle carrière bij het ‘Legers des Heils’ is Kinshasa. In deze christengemeenschap zette zich niet alleen in als lerares in de lagere school maar ook als hun officiële vertegenwoordigster op internationale congressen zowat overal in de wereld.
Tot vandaag zet ze zich nog in voor deze organisatie. In Elsene bijvoorbeeld is ze nog steeds verantwoordelijk voor het opzetten van voedselbanken, het verzamelen en uitdelen van kledij aan kwetsbare groepen, het verzorgen van koffie en thee aan daklozen,…
Maman Marie is ook voorzitster van ‘Fraternité des mamans de mpangu’, een Brusselse vereniging, waarover ik in dit gesprek meer wil te weten komen.
Hoe is het idee voor de oprichting van de vereniging ontstaan ?
Wel, zo een 20 jaar geleden kwamen wij met een aantal mamans, wijze oudere vrouwen, regelmatig samen. Sommige van die ‘mamans’ stonden er alleen voor en voelden zich eenzaam en/of hadden andere hulp nodig. Daarnaast vonden wij het belangrijk dat we niet alleen moeilijke maar ook gelukkige momenten konden delen.
Al snel stelden we ook een systeem van maandelijkse bijdragen op punt waardoor er ook financiële ruggensteun mogelijk was in geval van nood.
Door de jaren heen kregen wij meer en meer vraag naar hulp van buitenaf. Die vragen kwamen niet alleen vanuit onze nabije omgeving in Brussel maar ook vanuit Congo. Zo ontstond binnen de groep van ‘mamans’, stilletjes aan, de zin en het verlangen om ook meer te kunnen betekenen voor anderen en de ruimere samenleving. Door de omvang in grootte van de activiteiten besloten we ons tenslotte op een formele manier te organiseren en werd de ‘Fraternité des mamans de mpangu’ opgericht.
Welke activiteiten organiseren jullie zoal ?
Ons doel is vooral solidariteitsnetwerken op te zetten en initiatieven rond ontwikkelingshulp te ondersteunen.
Zo organiseren we in CC Jette naaiateliers waar we niet alleen met de mamans samenkomen maar ook met mensen van verschillende afkomst. Het zijn naast leermomenten ook ontmoetingsmomenten waar we elkaar leren kennen op een aangename manier.
Belangrijk voor ons zijn ook onze taallessen Nederlands en Kikongo. Deze laatste is een oude taal die niet meer door alle mamans gesproken wordt maar die veel traditionele waarden en wijsheden bevat. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk Nederlands te leren want dit is nu de taal van onze dagelijkse werkelijkheid.
Uit onze comfortzone stappen doen we niet alleen door nieuwe dingen te leren maar ook door naar buiten te treden en andere dingen te doen en te leren. Zo gaan we regelmatig op museumbezoek (Tervuren, Koninklijk paleis,…), naar culturele instellingen, naar zee, op stadsbezoek naar Luik, Dinant,… Het opent onze blik en door dit samen te doen worden de drempels weggenomen.
Hoe antwoorden jullie op de vraag naar hulp vanuit Afrika ?
De vraag naar hulp komt vooral vanuit scholen en gezondheidscentra. Bij scholen gaat het over zendingen van pc’s, naaimachines en het inrichten van klassen en bij de gezondheidscentra over bedden, beddengoed en matrassen. Om aan deze vragen te beantwoorden gebruiken we niet alleen onze maandelijkse bijdragen maar werken we ook samen met andere organisaties.
Voor de gezondheidscentra bijvoorbeeld krijgen we van het Sint Lucasziekenhuis afgeschreven matrassen en beddengoed welke we met de hulp van ‘Wereldmissiehulp’ verzenden naar Congo. Voor de verdeling ter plaatse doen we beroep op het leger des heils’ die er samen met onze raadgever ter plaatse voor zorgt dat alles op de juiste plaats terecht komt.
Maman Marie, heb je nog dromen ?
Ja hoor. Ik wil nog lang leven omdat ik me dan nog lang kan blijven inzetten voor zij die het nodig hebben. Ik sta mensen bij in hun laatste uren, ik zet me in voor kwetsbare groepen, ik kook ook vaak voor gemeente Jette tijdens bijvoorbeeld opendeurdagen,… Het heeft me een reden om op te staan in de ochtend en het geeft een nuttige invulling aan mijn leven.