Antiracistische middenveldorganisaties doen onderzoek naar effecten en oorzaken online haat
“Online haat, racisme, seksisme en queerfobie mogen geen politiek wapen of verdienmodel zijn.”
Antiracistische organisaties Kif Kif, Sankaa en Hand in Hand tegen racisme publiceren vandaag de resultaten van het eerste langlopende onderzoek naar online haat bij vrouwen en non-binaire personen met migratieachtergrond in Vlaanderen. Met de start van de rechtszaak tegen Schild en Vrienden op de achtergrond zijn de inzichten en aanbevelingen uit het rapport relevanter dan ooit. De organisaties zien de rechtszaak als exemplarisch voor de verruwing van de samenleving en het publieke debat die veel mensen elke dag ondervinden.
De resultaten zijn verontrustend. Uit het onderzoek blijkt dat online haat een structurele vorm van geweld is. Niet alleen zijn de effecten op doelwitten ernstig, ook blijkt dat in bijna de helft van de gevallen online haat ook offline effecten heeft, niet zelden gewelddadige. Bovendien is het duidelijk dat online haat een politiek doel heeft en regelmatig georkestreerd wordt door mensen die bepaalde groepen uit het publieke debat willen weren, met succes.
Citaat uit het rapport: “Ik merk dat ik heel hard moet opletten met wat ik zeg en wat ik doe om mijn job niet te verliezen, eender waar ik werk. (…) Ik merk dat wat ik zeg op een andere manier bijgehouden wordt, gescreend wordt, anders geïnterpreteerd wordt dan wat sommige anderen zeggen.”
De effecten van deze haatstormen zijn vaak intens. Er is een langdurige mentale impact, vaak nog lang nadat de haat gestopt is, die zich kan uiten in een lager zelfbeeld, stress (paniekaanvallen, woede-uitbarstingen, slapeloosheid, paranoia) en depressie (existentiële twijfel). Wat we uit de interviews leerden over de psychologische impact van online haat komt zeer sterk overeen met de bevindingen uit eerder onderzoek. Fysieke klachten zijn slapeloosheid, pijn aan ledematen, nek, schouders, haaruitval, zelfverminking. Voor verschillende geïnterviewden had de haat ook een economische impact. Ze moesten geld uitgeven aan fysieke bescherming (onder meer door het installeren van bewakingscamera’s), psychologen, therapeuten en dokters. Verschillende doelwitten verloren professioneel inkomen.
Citaat uit het rapport: “Ik ben de laatste tijd voornamelijk nog op Instagram nog actief. Waar ik vroeger een hele activistische rol opnam, vooral queer-related. Maar uit zelfbescherming ben ik wel een stapje terug aan het zetten.”
De organisaties vragen dringende en duidelijke maatregelen. Uit ons onderzoek blijkt dat online haat meer en meer een structurele vorm van geweld uitmaakt tegen minderheden. Er is dus nood aan een beter wettelijk kader, zowel voor het beschermen van doelwitten als het ter verantwoording roepen van sociale mediaplatformen. Online haat, racisme, seksisme en queerfobie mogen geen verdienmodel zijn. Concreet vragen wij nog voor het einde van deze legislatuur opnieuw debat over de aanpassing van artikel 150 van de Grondwet, die een verdere correctionalisering van haatspraak mogelijk moet maken.
Hiermee sluiten we ons aan bij het standpunt van gelijkekansencentrum Unia. Tenslotte pleiten we ervoor om politici die haat zaaien strenger aan te pakken en indien nodig uit hun politieke rechten te ontzetten, of partijfinanciering stop te zetten.
Het rapport:
Contactpersoon:
Nina Henkens
0479/87.54.95
nina@kifkif.be
Interviews over het onderzoek met Hand in Hand-medewerker Nyanchama Okemwa zijn mogelijk.