Vereniging in de kijker : Voice of Women

Vereniging in de kijker: Voice of Women

Clara Laoye van Voice of Women ademt eenvoudigweg hartelijkheid en dynamiek uit. Het is koud en regenachtig buiten maar in mijn bureau voelt het plots enkele graden warmer wanneer ik haar innemende glimlach zie.

Het gesprek komt snel op gang en ik luister geboeid naar haar verhaal. Hoe ze in 2005, vanuit Nigeria, als vrouw van een diplomaat, toekwam in België na haar studies biologie, hoe ze het als kind al altijd opnam voor de zwakkere in de maatschappij en hoe ze vanuit Tienen haar volwassen 3 kinderen, ondertussen als weduwe, opvoedde.

Hier kon ze zelf, als vrouw van een diplomaat, niet aan het werk, maar actief zijn en iets kunnen betekenen voor anderen was sterker dan haarzelf.
Ze werd als snel actief in de protestantse kerk en werd er na enkele jaren ook pastor en counselor.

Naast deze activiteiten zet Clara zich ook al jarenlang in als stichtende voorzitster van Voice of Women. Haar levensweg kleurt zich door actie en inzet voor de situatie van vrouwen van alle horizonten vanuit mededogen en sociale verontwaardiging.

Clara, hoe en wanneer begint het verhaal van Voice of Women ?

Eigenlijk dekt de naam ‘Voice of Women’ de lading. Ik groeide op in een maatschappelijke achtergrond waarin vrouwen gemarginaliseerd werden. We konden geen uitdrukking geven aan onze gevoelens en opinies of ze werden simpelweg niet gehoord. Het was nog een zeer traditionele omgeving waarin het bijvoorbeeld nog steeds beter was om een jongen op de wereld te zetten. In tegenstelling tot meisjes zetten die de familienaam wel verder en hielden  ze de erfenis in de familie.

Van jongsaf aan vond ik dit onrechtvaardig en wou ik iets veranderen. Ik zag van heel dichtbij hoe mijn tantes niet in hun waarde erkend werden bij huiselijke conflicten. Hun frustraties, en opinies werden niet gehoord gewoonweg omdat ze vrouw waren.

Toen ik in België kwam bleef mijn innerlijke stem spreken en ook hier wou ik me blijven inzetten voor de vrouwen. Door de activiteiten in de kerk kwam ik in contact met vrouwen van verschillende achtergronden, nationaliteiten, leeftijden,…. Sommigen van hen hadden relatieproblemen, andere hadden nood aan een woning of nog andere hadden hulp nodig bij het in orde maken van hun papieren. Zo ontstond er na enkele jaren, vanuit de kerk maar ook vanuit een opvangcentrum,  een groep van een 9 tal vrouwen die op regelmatige basis ondersteuning boden. In 2011 besloten we dit te formaliseren onder de noemer van een vzw en zo zag ‘Voice of Women’ het leven.

Jullie bestaan dus al  enkele jaren. Welke zijn jullie activiteiten?

Het oorspronkelijke idee was veelzijdig. Het ondersteunen van zwakkere vrouwen stond centraal maar bovendien wilden we sensibiliseren en  ondersteunen bij integratie, emancipatie en participatie. In onze beginfase gingen we bijvoorbeeld naar de prostitutiebuurten om de daar werkzame vrouwen mentaal te ondersteunen of te sensibiliseren en hen door te verwijzen naar openbare diensten zoals CAW en PAGASA.

Verder bouwden we ons eigen sociale vangnet uit om de vrouwen uit onze gemeenschap financieel, praktisch en mentaal bij te staan. Bij een bevalling bijvoorbeeld gaan wij op kraambezoek en vieren samen het nieuwe leven, brengen we eten mee, helpen we met praktische taken en blijven ook nadien de jonge moeder bijstaan. Het heeft kracht en brengt geluk !

Ontspanning is een andere pijler van onze werking. Voor de vrouwen die hier leven, ver van hun familie en geboorteland en die werk en kinderen combineren is het soms moeilijk om uit hun gekende omgeving te stappen. Ze ervaren veel stress die ze te weinig kunnen kanaliseren. Door samen uitstappen te doen probeer ik hen een moment van ontspanning aan te bieden om zo weer sterker te staan in het dagelijkse leven.  Ook ons wekelijks koor, waar samen zingen en samenzijn centraal staan,  is voor velen van hen een welkome uitlaatklep.

We willen als vrouwen ook sterker worden en van onze eigen kracht bewust zijn. Dit doen we door vormingen te organiseren rond bijvoorbeeld financiële empowerment, schoonheid en opvoeding. Vooral dit laatste is een belangrijke topic omdat vele van onze kinderen hier geboren zijn en opgroeien in het westerse opvoedingssysteem.  Wij werken vanuit het opvoedingssysteem die we kennen vanuit ons thuisland en dit heeft soms conflict. Door ons ook open te stellen voor het Westerse opvoedingssysteem proberen we tot een mooie blend te komen.

Hebben jullie ook nog een link met Nigeria ?

We ondersteunen nog een vrouwenorganisatie die daar actief is. Vooral door het  jaarlijks zenden van kledij voor vrouwen en kinderen.

Heb je nog dromen ?

Oh ja ! Heel veel … maar mijn grootste droom is het vinden van nieuwe huisvesting voor onze vzw zodat we vrouwen kunnen blijven opvangen en ondersteunen in een veilige omgeving en we tevens een eigen plek hebben om vormingen te organiseren.

 

Heel erg bedankt Clara !


Vereniging in de kijker : Brong Ahafo Association

Een koude, grijze namiddag in februari krijgt wat meer kleur en dynamiek wanneer Prince Ameyaw op het scherm verschijnt. Prince, afkomstig uit de Brong Ahafo Region in Ghana is een heel vlotte prater en ons gesprek komt al snel op gang.

Hij vertelt me dat hij 38 jaar oud is en in  2008 in België toekwam na zijn studies Economische wetenschappen. Ondertussen woont hij al lang in Aalst, is hij gehuwd en heel trotste vader van 4 kinderen. Naast zijn werk als logistieke medewerker is hij graag bij zijn kinderen. Het is een echte familieman en houdt er van om samen dingen te ondernemen.

Gedreven als hij is zet hij zich ook in als vrijwilliger voor de Brong Ahafo Association. Hij is niet alleen coördinator maar hij vertegenwoordigt de vereniging bij Sankaa en is assistent-secretaris. Een man die geen tijd te verliezen heeft !

Dag Prince, kan je me wat meer vertellen over het ontstaan van de Brong Ahafo Association (BAA)?

Het verhaal van de BAA begint al in 1992. Veel van de latere leden bevonden zich toen een beetje overal verspreid in België. Er was weinig contact omdat velen ook nog geen telefoon hadden en zeker nog geen computer. Het was een uitdaging om te integreren hier in België zonder klankbord.

Het was op een begrafenisplechtigheid dat enkele personen uit het Brusselse het idee kregen om te kijken hoe ze elkaar konden ondersteunen in nood. En meer nog, hoe ze een groep konden vormen, een manier om elkaar te ontmoeten op regelmatige basis, om zo een vinger aan de pols te kunnen houden en de noden en behoeftes binnen de Brong Ahafo Community te detecteren. De plotse en eenzame dood van de man had een spanning en onrust teweeggebracht binnen de gemeenschap dus iedereen was opgelucht en akkoord om zich te verenigen en zo een informeel vangnet te vormen.

Het begon kleinschalig maar beetje en beetje werd de groep uitgebreid met andere leden en zo ontstond BAA. In 1996 sloten zij zich ook aan bij Ghana Council, een koepelvereniging die bestaat uit lidverenigingen vanuit de volledige Ghanese gemeenschap.

Zijn de doelstellingen ondertussen veranderd ?

Inderdaad, ondertussen ligt onze focus ook op integratie. We willen mensen vanuit onze ervaringen wegwijs maken in het Vlaamse landschap door mensen bij elkaar te brengen en elkaar te helpen en te inspireren om zo tot een positief verhaal te komen.

We willen ook niet alleen hier helpen maar ook onze families en gemeenschappen in Ghana ondersteunen. We weten dat er in Ghana op verschillende vlakken nog tekorten zijn en dat dingen hier anders en vaak efficiënter georganiseerd worden.

Wat we hier leren proberen we te implementeren in Ghana met respect voor de plaatselijke gewoonten en gebruiken. Zo hielpen we een gezondheidscentrum met de aankoop van ademhalingstoestellen en couveuses. Voordien werden te vroeg geboren baby’s op de buik van de moeder gelegd bedekt met een deken. Vaak was dit niet voldoende ! Door de hier opgedane kennis en de aankoop van het materiaal worden de vroeggeborenen en de moeders nu beter opgevolgd en geholpen.

En hoe vertalen jullie die doelstellingen in acties ?

Structureel ontmoeten wij elkaar de eerste zondag van de maand. Deze samenkomst is een belangrijk deel van onze werking. Het is niet alleen een viering van onze culturele waarden maar het is ook het uitgelezen moment waarop we toetsen of er problemen zijn in de gemeenschap en hoe we daar als groep kunnen op inspelen. Eveneens informeren we onze achterban rond wetgeving, regels, verplichtingen,.. die hier gelden en leggen we hen uit wat dit voor het concreet betekent.

Samen bekijken we hoe we de  BAA samen kunnen dragen en doen groeien tot een plek waar iedereen zich goed voelt. Dit laatste is een belangrijke topic in onze werking. We zien de laatste jaren dat onze leden minder praktische en financiële ondersteuning nodig hebben maar vooral zoeken naar ontmoeting. Er is veel eenzaamheid en isolatie en dat weegt op de mentale gezondheid.

Verder hebben we ook educatieve activiteiten. Zo organiseren we infosessies en seminaries rond welvaartsziekten en de symptomen hiervan. We sensibiliseren om tijdig medische hulp te zoeken. Bij sommige activiteiten focussen we ook heel specifiek op onze oudere leden. Bij hen is de taalbarrière nog realiteit en we proberen hen dan ook te ondersteunen en te betrekken zodat ze niet wereldvreemd worden.

Natuurlijk organiseren we ook activiteiten gericht op ontspanning omdat we het heel belangrijk vinden om ook gewoon samen te zijn. We houden ervan om elkaar te ontmoeten rond voeding. We gaan op zoek naar nieuwe gastronomische horizonten en zo slagen we er in om leren en samen zijn met elkaar te verbinden.

Werken jullie soms samen met andere organisaties ?

Tot nu toe proberen wij zoveel mogelijk de activiteiten van Sankaa bij te wonen en onze leden hierbij te betrekken. Zo gingen we vorig jaar op bezoek naar het Afrikamuseum in Tervuren en gingen we vissen op de Noordzee. Nieuwe kennis en nieuwe ervaringen opdoen.

Heb je nog dromen Prince?

Ja, op dit moment is onze associatie vooral gericht op mensen van de Brong Ahafo gemeenschap. We willen onze werking en activiteiten echter openstellen voor alle mensen ! Het is  goed om te verbreden want anders blijven we altijd onder ons en blijven we teveel gefocust op onszelf en onze eigen cultuur. We willen in het verlengde hiervan nog meer deelnemen aan de activiteiten van Sankaa waarbij zowel Afrikanen, Belgen en andere nationaliteiten aanwezig zijn.

Voor mezelf wil ik ooit heel vlot Nederlands praten. Het is een grote uitdaging maar ik denk dat het nodig is om me goed te kunnen positioneren en zo nog meer te kunnen bijdragen aan onze maatschappij



Vereniging in de kijker : Brong Ahafo Association

Vereniging in de kijker : Brong Ahafo Association

Een koude, grijze namiddag in februari krijgt wat meer kleur en dynamiek wanneer Prince Ameyaw op het scherm verschijnt. Prince, afkomstig uit de Brong Ahafo Region in Ghana is een heel vlotte prater en ons gesprek komt al snel op gang.

Hij vertelt me dat hij 38 jaar oud is en in  2008 in België toekwam na zijn studies Economische wetenschappen. Ondertussen woont hij al lang in Aalst, is hij gehuwd en heel trotste vader van 4 kinderen. Naast zijn werk als logistieke medewerker is hij graag bij zijn kinderen. Het is een echte familieman en houdt er van om samen dingen te ondernemen.

Gedreven als hij is zet hij zich ook in als vrijwilliger voor de Brong Ahafo Association. Hij is niet alleen coördinator maar hij vertegenwoordigt de vereniging bij Sankaa en is assistent-secretaris. Een man die geen tijd te verliezen heeft !

Dag Prince, kan je me wat meer vertellen over het ontstaan van de Brong Ahafo Association (BAA)?

Het verhaal van de BAA begint al in 1992. Veel van de latere leden bevonden zich toen een beetje overal verspreid in België. Er was weinig contact omdat velen ook nog geen telefoon hadden en zeker nog geen computer. Het was een uitdaging om te integreren hier in België zonder klankbord.

Het was op een begrafenisplechtigheid dat enkele personen uit het Brusselse het idee kregen om te kijken hoe ze elkaar konden ondersteunen in nood. En meer nog, hoe ze een groep konden vormen, een manier om elkaar te ontmoeten op regelmatige basis, om zo een vinger aan de pols te kunnen houden en de noden en behoeftes binnen de Brong Ahafo Community te detecteren. De plotse en eenzame dood van de man had een spanning en onrust teweeggebracht binnen de gemeenschap dus iedereen was opgelucht en akkoord om zich te verenigen en zo een informeel vangnet te vormen.

Het begon kleinschalig maar beetje en beetje werd de groep uitgebreid met andere leden en zo ontstond BAA. In 1996 sloten zij zich ook aan bij Ghana Council, een koepelvereniging die bestaat uit lidverenigingen vanuit de volledige Ghanese gemeenschap.

Zijn de doelstellingen ondertussen veranderd ?

Inderdaad, ondertussen ligt onze focus ook op integratie. We willen mensen vanuit onze ervaringen wegwijs maken in het Vlaamse landschap door mensen bij elkaar te brengen en elkaar te helpen en te inspireren om zo tot een positief verhaal te komen.

We willen ook niet alleen hier helpen maar ook onze families en gemeenschappen in Ghana ondersteunen. We weten dat er in Ghana op verschillende vlakken nog tekorten zijn en dat dingen hier anders en vaak efficiënter georganiseerd worden.

Wat we hier leren proberen we te implementeren in Ghana met respect voor de plaatselijke gewoonten en gebruiken. Zo hielpen we een gezondheidscentrum met de aankoop van ademhalingstoestellen en couveuses. Voordien werden te vroeg geboren baby’s op de buik van de moeder gelegd bedekt met een deken. Vaak was dit niet voldoende ! Door de hier opgedane kennis en de aankoop van het materiaal worden de vroeggeborenen en de moeders nu beter opgevolgd en geholpen.

En hoe vertalen jullie die doelstellingen in acties ?

Structureel ontmoeten wij elkaar de eerste zondag van de maand. Deze samenkomst is een belangrijk deel van onze werking. Het is niet alleen een viering van onze culturele waarden maar het is ook het uitgelezen moment waarop we toetsen of er problemen zijn in de gemeenschap en hoe we daar als groep kunnen op inspelen. Eveneens informeren we onze achterban rond wetgeving, regels, verplichtingen,.. die hier gelden en leggen we hen uit wat dit voor het concreet betekent.

Samen bekijken we hoe we de  BAA samen kunnen dragen en doen groeien tot een plek waar iedereen zich goed voelt. Dit laatste is een belangrijke topic in onze werking. We zien de laatste jaren dat onze leden minder praktische en financiële ondersteuning nodig hebben maar vooral zoeken naar ontmoeting. Er is veel eenzaamheid en isolatie en dat weegt op de mentale gezondheid.

Verder hebben we ook educatieve activiteiten. Zo organiseren we infosessies en seminaries rond welvaartsziekten en de symptomen hiervan. We sensibiliseren om tijdig medische hulp te zoeken. Bij sommige activiteiten focussen we ook heel specifiek op onze oudere leden. Bij hen is de taalbarrière nog realiteit en we proberen hen dan ook te ondersteunen en te betrekken zodat ze niet wereldvreemd worden.

Natuurlijk organiseren we ook activiteiten gericht op ontspanning omdat we het heel belangrijk vinden om ook gewoon samen te zijn. We houden ervan om elkaar te ontmoeten rond voeding. We gaan op zoek naar nieuwe gastronomische horizonten en zo slagen we er in om leren en samen zijn met elkaar te verbinden.

Werken jullie soms samen met andere organisaties ?

Tot nu toe proberen wij zoveel mogelijk de activiteiten van Sankaa bij te wonen en onze leden hierbij te betrekken. Zo gingen we vorig jaar op bezoek naar het Afrikamuseum in Tervuren en gingen we vissen op de Noordzee. Nieuwe kennis en nieuwe ervaringen opdoen.

Heb je nog dromen Prince?

Ja, op dit moment is onze associatie vooral gericht op mensen van de Brong Ahafo gemeenschap. We willen onze werking en activiteiten echter openstellen voor alle mensen ! Het is  goed om te verbreden want anders blijven we altijd onder ons en blijven we teveel gefocust op onszelf en onze eigen cultuur. We willen in het verlengde hiervan nog meer deelnemen aan de activiteiten van Sankaa waarbij zowel Afrikanen, Belgen en andere nationaliteiten aanwezig zijn.

Voor mezelf wil ik ooit heel vlot Nederlands praten. Het is een grote uitdaging maar ik denk dat het nodig is om me goed te kunnen positioneren en zo nog meer te kunnen bijdragen aan onze maatschappij



Vereniging in de kijker : Amis de l'espoir

Vereniging in de kijker : Amis de l'espoir

‘Ik ben Josée Kindusu en ik kom uit Congo, geboren in Kinshasa en sinds 1999 in België’. De eerste zin van een boeiend gesprek met één van de grondlegster van ‘Amis de l’espoir’.

Josée trouwde hier in België met een Angolese man en heeft ondertussen 4 kinderen. Als kapster was het moeilijk om haar job met haar gezin te  combineren en daarom ging ze  enkele jaren geleden aan de slag als huishoudhulp voor senioren.

Zij is een echte bezige bij want naast haar gezin en job zet ze zich ook in voor de kerk waar ze bijbelstudie geeft.

Hoe is het allemaal begonnen ?

Het begon allemaal tijdens de coronacrisis. Op een dag zat ze samen met een vriendin toen ze een filmpje binnenkreeg van een huilend kind in een weeshuis in Congo. Eén van de velen in het door onrust en oorlog geteisterde Congo. Beide vriendinnen, geraakt door het beeld, wilden graag iets helpen maar hadden zelf ook geen extra middelen in de onzekere coronaperiode.

Wat ze wel beide hadden was een kelder. En in die kelders stonden nog heel veel ongebruikte kinderspullen die in goede staat waren. Enkele dagen later zat alles in kartonnen dozen en werden die opgestuurd naar het desbetreffende weeshuis. Met de opbrengst van de verkoop van de zending kon er eten gekocht worden. Het gaf hen een goed en warm gevoel iets te kunnen doen voor anderen tijdens deze moeilijke periode.

Maar daar bleef het niet bij ….

Een maand later verzamelden ze ook fondsen en de besteding  hiervan werden gepubliceerd op facebook. De reacties waren overweldigend en motiverend. Mensen contacteerden hen omdat ze ook hun steentje wilden bijdragen en zo werd hun netwerk hier steeds groter en groter.  In Congo zelf ondersteunen ze ondertussen al 4 weeshuizen.

De kracht van dit project ligt erin dat er met vele kleintjes een groot verschil gemaakt wordt en dat de weeskinderen weer hoop krijgen. Door de schaalvergroting van het project beslisten ze  in 2022 om alles binnen een structuur te gieten en zo ontstond de vereniging ‘Amis de l’espoir’.

Een blik op de toekomst …

 Amis de l’espoir  blijft inzetten op fondsenverzameling en tegelijkertijd blijven ze  ook het grote publiek informeren en sensibiliseren rond de situatie in de weeshuizen in Congo. Dit doen ze bijvoorbeeld door informatiesessies te geven in kerken of tijdens ‘meet en greet’ bijeenkomsten van Sankaa.

Ze blijven ook zichzelf vormen om sterker te worden in het sturen en organiseren van een vereniging. Zo volgen ze vormingen rond digitalisering en vragen ze ondersteuning bij de educatieve medewerkers van Sankaa. Een werkende en actieve vereniging  is van belang om alles goed te laten verlopen en op te volgen.

Amis de l’espoir kan ondertussen steunen op 80 leden. Het is niet alleen een netwerk om fondsen en spullen te verzamelen maar het is een echte hechte gemeenschap geworden. Ze denken samen na, ondersteunen elkaar en doen ook uitstappen samen. Zo gaan ze bijvoorbeeld naar concerten en culturele activiteiten, volgen ze vormingen rond diabetes en nemen ze deel aan de samenkomsten van Safe harbour.

Het netwerk in Congo…en nu ook in Angola

 De werking van Amis de l’espoir is een ongelooflijk rijk en inspirerend project  hier en in Congo. In Congo steunen ze op vertegenwoordigers die de weeshuizen ter plaatse bezoeken, de noden detecteren en de besteding van de donaties opvolgen.

En ook daar blijft het netwerk groeien. Naast Congo zijn ze nu ook actief in enkele weeshuizen in Angola. Josée vertelt ook dat het is zo fijn is te voelen dat ze  allemaal samen hun best doen om de weeskinderen hoop te geven op een betere toekomst’.

Dit jaar zijn ze tenslotte ook begonnen met het uitwerken van plannen en het zoeken naar fondsen om de weeskinderen een opleiding te bieden zodat ze op hun 18de een job kunnen uitoefenen en onafhankelijk kunnen worden. Zonder dit is de kans groot dat ze na hun 18de weer op straat terecht komen.

Toekomstdromen… een vrouw met een missie

 Josée vertelt dat ze nog veel dromen heeft maar ze wil vooral kinderen blijven helpen en misschien zelf ook een weeshuis of opvangcentrum oprichten in Congo !



Vereniging in kijker : The Village

Vereniging in de kijker : The Village

Leon Peeters, een rustige man die de tijd neemt om zijn verhaal met veel enthousiasme uit de doeken te doen. Hij heeft tonnen werk- en reiservaring in Afrika, is vader van 4 zonen en orthopedagoog van opleiding.

Na zijn studies deed Leon eerst 10 jaar onderzoek aan de KU Leuven en daarna was de zin groot om met zijn twee benen in het alledaagse werk te gaan staan: de zorg voor personen met een verstandelijke beperking in allerlei gedaanten. Eerst 10 jaar in Vlaanderen, daarna 10 jaar in Afrika. Tijdens deze periode trok hij ondermeer naar Rwanda (2003-2005) en Uganda waar de zaadjes werden gelegd voor The Village, de vzw waar Leon bezieler en voorzitter van is.

Hoe kwam je tot het idee om The Village op te richten ?

 In Vlaanderen maken mensen met nieuwjaar altijd goede voornemens. Bijna aan het einde van mijn beroepsloopbaan gekomen maakte ik met Nieuwjaar 2013 het voornemen een vzw op te richten die een bijdrage zou leveren aan de zorg voor mensen met een beperking in Uganda.

Tijdens mijn werktijd in Rwanda en Uganda merkte ik al snel dat mensen met een verstandelijke beperking weinig of geen kansen krijgen in de maatschappij. De oorzaak hiervan ligt vooral in het ontbreken van passend onderwijs en vorming. Ik wou tonen dat het anders kan.

Dit was de start van een boeiend project in Kabale, Uganda, een provinciestadje op 15 km van de Rwandese grens. We begonnen bij het begin: kleine kinderen begeleiden die niet naar school konden of in schoolsituaties terecht kwamen waar ze niks van opstaken.

Wat houdt het project in?

De geschiedenis van het project loopt een beetje parallel met de financiering door onze hoofdsponsor, de Provincie Oost-Vlaanderen.We startten in een kleine kleuterschool, ‘Wise parents’, waar de kinderen met een verstandelijke beperking werden begeleid in de reguliere school. Dat was een boeiende oefening, zowel voor de kleuterschool als voor ons eigen personeel. Ondertussen bouwden we aan een eigen infrastructuur voor de kinderen die in de lagere schoolleeftijd kwamen.

Voor onze opgroeiende kleuters en enkele oudere nieuwkomers -negen kinderen- ontwikkelden we een functioneel curriculum. Dit is een leerprogramma waarbij de nadruk niet ligt op kennis vergaren maar wel op het ontwikkelen van vaardigheden die de leerlingen alle dagen nodig hebben. Zoals een douche nemen, koken, je veilig verplaatsen in het verkeer, mee helpen bij een familiefeest…

In een derde fase werd gewerkt aan de ‘overgang van school naar werk’. Nadruk kwam ondermeer te liggen op koken, bakken, tuinieren, kippen houden enz. Zeg maar activiteiten met een productief karakter. Elke leerling heeft ook zijn eigen tuintje en hoe leuk is het niet wanneer je zelf kan maken wat je bij de bakker in de vitrine ziet liggen!

Nu zijn we aangeland in fase 4: het openen van een cafetaria. De voorbije maanden ontvingen de leerlingen ‘klanten’ op uitnodiging. Dit jaar openen we de deuren van PROUD Canteen voor het grote publiek! In de rand zijn er nog voorzieningen voor een ‘home stay’ en een bloemenkiosk.

En hier in België?

Tot nog toe zetten we vooral in op informatieverspreiding, sensibilisering en fondsenwerving. Via foto’s, verhalen, projecties proberen we niet alleen ons project maar ook de situatie van mensen met een verstandelijke beperking in het algemeen in de kijker te zetten.

Sinds corona zijn we ook meer aandacht gaan besteden aan aspecten van rechtvaardiger relaties tussen Vlaanderen en Afrika. Wij hebben onszelf nooit een ‘ontwikkelingsorganisatie’ genoemd. Maar we vinden het toch nodig om te streven naar meer bewustwording over correcte internationale verhoudingen bij onze eigen leden en naaste omgeving.

We zitten helemaal op de lijn van ‘ontkokering’ en spreken daarom ook niet meer over Noord en Zuid. Er is evenveel werk in Vlaanderen als in Oeganda. Zo verdiepen we ons in onderwerpen als dekolonisering, anti-racisme en leven tussen twee culturen (in het bijzonder Afrika en Vlaanderen) en de effecten daarvan op kinderen. Zo zijn we niet toevallig bij Sankaa terecht gekomen.

Heb je nog dromen Leon?

Ik moet altijd glimlachen als ik Reginald Moreels bezig hoor. Hij noemt het grote hospitaal dat hij in de Kivu streek wil bouwen zijn voorlaatste project…

Zelf zou ik nog graag een ‘local history project’ beginnen ergens halverwege ‘Lake Bunyonyi’. Dat is niet zo ver van het huidige project. En de droom met de grote D is dat mijn kinderen mogen evolueren in een wereld die niet zo verdeeld is in compartimenten van kleur en sociale klassen als de mijne.



Vereniging in de kijker : Maprofam

Vereniging in de kijker : Maprofam

Vandaag voer ik een gesprek met Emmanuel Gombo, een oude gekende in het sociaal-cultureel werk die ik lang geleden ontmoette tijdens een opleiding rond ‘projecten in het Zuiden’ in Gent. Emmanuel lijkt nog geen haar veranderd en straalt nog evenveel jeugdigheid uit als toen.

In 2009 kwam hij na het afwerken van zijn studies filosofie en theologie, in zijn geboorteland Congo, terecht in België. Hier studeerde hij enkele jaren later af in de richting politieke en sociale wetenschappen in Louvain-La-Neuve.

Ondertussen is hij 57 en voorzitter van Maprofam. Hij zet zich ook graag in als vrijwilliger voor het rode kruis. Bovendien zetelt hij in het directiecomité van IDAY international, een vereniging die actief is in 20 sub-Saharaanse landen en die zich inzet op vlak van educatie en gezondheid voor jonge Afrikanen.

Zelf werkt hij ook aan zijn gezondheid door veel te fietsen en te wandelen in de natuur. Hij woont bovendien in Waver waar stad en natuur elkaar ontmoeten en waar hij als grote natuurliefhebber zijn hart helemaal kan ophalen.

Vandaag wil ik graag meer weten over het hoe en waarom van Maprofam, actieve lidvereniging van Sankaa met een hart voor ontmoeting.

Dag Emmanuel, hoe kwam je op het idee om Maprofam richten ?

Maprofam werd opgericht in 2018 als antwoord op de steeds groter wordende stroom van toekomende nieuwkomers. Wij zagen een terugkerend patroon in de problemen bij die groep, van vaak jongere mensen, en wilden hierop met onze werking inspelen. We zetten een programma op met integratie en sociale intelligentie als kernthema. Dit was ook de directe en belangrijkste aanleiding voor de  oprichting van Maprofam.

We willen ook steeds de link blijven leggen tussen verschillende generaties om zo te anticiperen op intergenerationele conflicten. In het verlengde hiervan zien we ook interpersoonlijke problemen opduiken tussen mensen die hier pas toekomen of mensen die hier geboren zijn. Het zijn echt cultuurconflicten die wij trachten op te lossen door sensibiliseringsactiviteiten voor beide partijen. Vaak ontbreekt het jongeren die hier opgroeien en vaak in contact komen met discriminatie in bijvoorbeeld het onderwijs ook aan rolmodellen. Dit zorgt ervoor dat ze snel afhaken in hun onderwijsloopbaan waardoor een achterstand gecreëerd wordt die vaak moeilijk nog bij te benen is in hun verdere carrière. Ook voor hen en hun familie zetten we coachings- en  sensibiliseringsprogramma’s op.

Naast het Belgische luik hebben wij ook een luik met werking in Congo. We zoeken hier vooral partnerschappen waardoor we kunnen inzetten op plattelandsontwikkeling in Congo. Jongeren en vrouwen worden vooral versterkt door algemene educatieve activiteiten, vormingen rond landbouw en rond klimaatsverandering. Om deze doelstellingen te bereiken richtten wij een lagere en middelbare school op die ondertussen een 850 leerlingen telt en waarbij aandacht voor educatie van de jonge meisjes centraal staat. De leerlingen kunnen op die manier helemaal ontwikkelen en ontplooien waardoor  plattelandsvlucht of meer nog emigratie naar Europa wordt vermeden.

Hoe bereik je al die doelstellingen hier in België ?

Wat de nieuwkomers betreft begeleiden en vormen we hen in eerste instantie rond hun administratieve verplichtingen. We zetten dan vooral in rond  huisvesting en school of werk. In een 2de fase werken we vooral aan hun integratie en digitale kennis via vormingen.

De link tussen generaties proberen we te bekomen door uitwisselingsmomenten te organiseren tussen jongeren en ouderen. We trekken lessen uit de overdracht van de verhalen uit het verleden om de toekomst beter te kunnen begrijpen. Hiervoor werken we samen met andere organisaties zoals Coup de pouce en les mamans m’Pangu. Beide Brusselse organisaties  met oudere leden die met grote openheid hun ervaringen en kennis willen overdragen aan jongeren.

Verder dagen we onze leden ook uit om af en toe tentoonstellingen of andere culturele activiteiten bij te wonen. Zo gingen we naar de tentoonstelling van Toetanchamon in Brussel en speelden we een actieve rol bij een activiteit rond voeding in de plantentuin in Meise. Het was een uitgelezen moment om een breder publiek kennis te laten maken met enkele producten afkomstig van ons landbouwproject in Congo.

Heb je nog dromen Emmanuel?

Ja, ik heb nog  veel dromen !

‘Si la jeunesse savait et si la vieillesse pouvait, le monde serait bien’ (Henri Etienne)

Mijn droom is dat wij als ouderen er in slagen om onze kennis op een goede manier door te geven en dat de jongeren er op hun beurt goed gebruik kunnen van maken.

Het zou mooi zijn mochten wij als gemeenschap al onze goede waarden kunnen doorgeven waardoor ik me als individu ook overal goed zou kunnen voelen.

Dank je wel Emmanuel !



Vereniging in de kijker : Asanteman Gent

Vereniging in de kijker : Asanteman Gent

Een snikhete dag in augustus, in de schaduw van een boom op een gezellig terrasje in Gent, ontmoet ik David Ageykom. De warmte van de omgeving straalt ook af op het gezicht van mijn gesprekspartner. Een glas water verder komt het gesprek op goed op gang.

David, afkomstig uit de Ghanese Ashanti regio kwam op zijn 16de toe in België om zich bij zijn ouders te vervoegen. 20 jaar verder woont hij in Zelzate en is hij fiere papa van 3 kinderen. Naast zijn voorzitterschap van Asanteman Association in Gent is hij actief als vrachtwagenchauffeur en besteedt hij heel wat uren op de terreinen van Racing Gent waar hij zijn kinderen opvolgt bij het voetballen. Zelf sport hij ook nog door af en toe zijn loopschoenen aan te trekken.

Dag David, hoe kwam je op het idee om jouw vereniging op te starten ?

Wel, zo een 3 tal jaren geleden werd ik opgeroepen door een chief in Gent. Deze vroeg aan een enkele mensen om  een organisatie op te richten om de rijke Ashanti cultuur niet alleen door te geven aan de Ghanese jongeren die hier opgroeien maar ook om deze bekend te maken aan het bredere publiek. Al snel werd Asanteman  Gent opgericht en kwam er een dynamiek op gang.

Onze meest ambitieuze doelstelling is het oprichten van een museum in Gent rond de Ashanti cultuur. Dit project staat in zijn kinderschoenen maar we zijn aan het netwerken om de juiste personen te verenigen om dit project tot  een goed einde te brengen. Het is voor ons belangrijk dat we met lokale partners werken zoals Stad Gent, Erfgoedcel, Sankaa,… zodat ons project echt gedragen kan worden.

Welke activiteiten organiseren jullie nog?

We hebben verschillende soorten activiteiten. Zo zijn er de maandelijkse bijeenkomsten waarbij we samen onze traditionele schotels klaarmaken en samen eten. Het lijken op het eerste zicht louter informele, ontspannende bijeenkomsten maar het zijn voor ons belangrijke momenten omdat we op die manier een vinger op de pols houden van wat er bij onze leden speelt. Zijn er vragen, problemen, huwelijken, …. Indien nodig bekijken we hoe we kunnen helpen of informeren. Tijdens de covid hielden we bijvoorbeeld zoommeetings om alsnog die sociale binding te behouden en mensen te informeren over regels, vaccinaties, ….Over deze actie mag ik trouwens binnenkort bij stad Gent gaan praten als rolmodel voor een groter publiek.

Naast deze bijeenkomsten worden educatieve activiteiten georganiseerd. Deze zijn vaak gericht op goede integratie en participatie aan de Belgische samenleving. Op basis van de noden die wij detecteren bij onze leden gaan wij de inhoud bepalen. Zo zagen wij bijvoorbeeld dat mensen niet of niet voldoende verzekerd waren op verschillende vlakken daarom organiseerden wij een vorming rond verzekeringen. Ook een vorming rond het rechtssysteem in België, de rechten en plichten van burgers,….

Bovendien informeren wij onze leden ook om Nederlands te leren. Dit is naar mijn inziens een belangrijke voorwaarde tot integratie.

Af en toe organiseren wij ook familiedagen voor onze leden zoals komende september hebben wij onze jaarlijkse BBQ. Met 5 andere organisaties organiseren wij ook een spelnamiddag in Gent waarbij wij samen met de Broederij en Sankaa een breder publiek willen aanspreken om kennis te komen maken met Afrikaanse spelen en waarom ook niet met Vlaamse volkspelen.

Culturele activiteiten zijn voor onze werking en onze doelstelling een heel belangrijk onderdeel. Komende oktober organiseren we een groot Ashantifeest in de Minus One in Gent. Hierbij worden heel wat Ghanezen en hun chiefs verwacht maar wij hopen eveneens op een groot en breder publiek. Het is de ideale gelegenheid om onze rijke cultuur en tradities te delen.

Ik hoor dat jullie vaak samenwerken met andere organisaties ?

Absoluut ! Wij willen een open werking. We willen een brug zijn. Een link tussen onze gemeenschap en Belgische organisaties. Zo werken we samen met Stad Gent, Sankaa, de Broederij,…en andere Afrikaanse of Vlaamse organisaties.

Wij proberen zo open mogelijk te werken.

En in Afrika ?

Ja, ook daar zijn wij actief. Zo is Asanteman Ghent  een programma op poten aan het zetten om studenten in Ghana te ondersteunen door hen te voorzien van een beurs waardoor ze kunnen verder studeren.

Wij zijn eveneens bezig met de plannen voor de inrichting van een kleine bibliotheek  in Monpontini, een dorp in de buurt van Kumasi.

Heb je nog dromen David?

Ja, mijn grote droom is het Ashanti-museum in Gent. Als voorzitter ben ik verkozen voor een periode van 8 jaar en ik hoop dat zo mijn stempel kan drukken. Het is de ideale manier om onze cultuur kenbaar te maken naar de volgende generatie en naar de Belgische bevolking

Dank je wel David !



Vereniging in de kijker : Iso na Iso

Vereniging in de kijker : Iso na Iso

Marie-Paul Wangela, afkomstig uit RDC Congo zit vandaag voor me.  Een zachte glimlach in combinatie met een krachtige, jonge uitstraling vallen me direct op. Marie-Paul is 58, moeder van 3 kinderen en combineert haar functie als voorzitster van Iso Na Iso met haar job als administratief medewerkster in een advocatenkantoor.

Het gesprek komt rustig op gang maar ik voel de zindering van enthousiasme in haar stem als ze begint te praten over haar leven hier en daar, haar studies, haar vereniging,…Marie-Paul groeide op in Kinshasa maar zag het levenslicht in de Evenaarsprovincie, waar ze een levenslange intense binding mee geeft.

Na haar studies Economische Wetenschappen in haar thuisland kwam ze in 1992 naar Antwerpen waar ze een postgraduaat Ontwikkelingspolitiek en een master Bestuurskunde en publiek management behaalde. In 1997 keerde ze terug naar Kinshasa om er gedurende 2 jaar les te geven in een hogeschool. België bleef echter op haar pad liggen want in 2000 kwam ze terug om hier in het huwelijk te treden met een landgenoot. Het begin van een mooi verhaal waar ook haar vereniging Iso na Iso deel van uitmaakt.

Dag Marie-Paul, hoe kwam je op het idee om jouw vereniging op te starten ?

Wel, Iso na Isa bestaat al sinds begin jaren ’90. Het betekent ‘tussen ons’ en werd toen vooral opgericht om uitwisseling en ontmoeting met mensen afkomstig uit de Evenaarsprovincie te faciliteren. Er ontstond een solidariteitsnetwerk tussen mensen die hier woonden maar ook naar de mensen toe in het thuisland. In Congo leeft iedereen in een gemeenschap, die onderlinge warmte, dat sociale gebeuren, die onderlinge steun  dat is heel erg eigen aan ons. Die ontmoetingsmomenten lagen dus perfect in het verlengde van ons leven in Congo en waren tegelijk onze springplank tot integratie hier in België.

Aanvankelijk werd Iso Na Iso uitsluitend door mannelijke leden gedragen. Dit lukte goed tot we na enkele jaren merkten dat de werking in het slop zat. De vrouwelijke leden namen toen het hef in handen en gingen voor een radicale verandering. Marie-Paul werd voorzitster en sindsdien waait er een dynamische nieuwe wind door de vereniging startend met de officiële neerlegging van de statuten.

 

Voor welk soort activiteiten kiezen jullie met Iso na Iso ?

We hebben verschillende soorten activiteiten waarbij de 2-maandelijkse groepsbijeenkomsten centraal staan. Tijdens deze momenten maken we echt tijd voor elkaar. Niet alleen het bij elkaar zijn telt maar ook de uitwisseling rond actuele maatschappelijke thema’s en het bespreken van mogelijke partners in projecten en activiteiten. Het zijn ideale momenten om te weten wat er leeft bij onze leden, wat de noden zijn, de twijfels, de opportuniteiten,…. Vele educatieve activiteiten ontstaan vanuit de signalen die we opvangen tijdens deze bijeenkomsten. Zo organiseerden we een workshop rond diabetes en een ander rond gezondheid in het algemeen.

Cultuur blijft ook voorop staan in onze werking. Het is de pijler waarin we kunnen doorgeven hoe wij denken, handelen en betekenis geven aan de werkelijkheid. Niet alleen aan het bredere publiek in Vlaanderen maar ook aan onze jongeren die hier  geboren werden en al in een andere realiteit opgroeien. We vinden het belangrijk dat zij ook drager blijven van onze culturele gewoonten en gebruiken en dit kunnen blijven doorgeven.

Ook uitstappen naar verschillende regio’s in België willen we meer en meer programmeren. Net voor de covid gingen we bijvoorbeeld al naar de Efteling. We organiseren deze uitstappen niet alleen voor onze eigen leden maar stellen het open voor een breder publiek. Ideale gelegenheden tot ontmoeting en culturele uitwisseling.

 

Je sprak over solidariteit met mensen in Congo. Hoe doen jullie dit concreet ?

Momenteel engageren wij ons in een HIV project in Gemena, de Evenaarsprovincie. Door de covid-epidemie stonden de activiteiten hierrond zoals benefietmaaltijden, sensibiliseringactiviteiten,… op een laag pitje maar de voorbereidingen hierrond zijn nu weer bezig.

 

Marie-Paul, heb je nog dromen ?

Natuurlijk !

Graag zou ik zien dat de toekomstige generatie hier een mooie toekomst krijgt. Verder hoop ik ook dat de levensomstandigheden van onze landgenoten in Congo beter worden.

Voor mezelf zou ik heel graag vlot Nederlands kunnen spreken.



Vereniging in de kijker : Amuka vzw

Vereniging in de kijker : Amuka vzw

Elisabeth Msika Sekanabo en ik ontmoeten elkaar op een herfstige dag in november, veilig en virtueel, beide weer gezeten achter ons computerscherm.

Zij is een vinnige zestiger en komt uit Congo meer bepaald uit Noord-Kivu en heeft samen met haar man 5 kinderen en 11 kleinkinderen. Het valt me op dat Elisabeth een heel vlotte tong heeft en snel vertelt ze honderduit haar verhaal. Hoe ze 33 haar geleden met haar Belgische man, die ze in Congo ontmoette, in België toegekomen is, vluchtend voor de diplomatieke spanningen tussen België en Congo. Hoe ze haar leven daar goed had uitgebouwd als zelfstandige handelaarster en hoe ze zich hier begon te herscholen als gezinshulp en een studie gezinswetenschappen aanving.

Naast moeder zijn is Elisabeth ook de bedenkster van Amuka, een vzw met een heel intensieve werking zowel in België als in Afrika. Ze verliest geen moment mijn aandacht wanneer ze het verhaal hierachter uit de doeken doet. Een verhaal waarbij het onvoorwaardelijk helpen van anderen de hoofdrol speelt.

Hoe is Amuka ontstaan en wat zijn jullie activiteiten ?

Amuka, betekent ‘word wakker’ in het Swahili en het is een oude droom die werkelijkheid geworden is. Mensen in nood helpen is voor mij altijd een missie geweest. Zelfs toen ik nog school liep in Congo spijbelde ik soms om zieke mensen naar de hulppost of het ziekenhuis te brengen. Het is een innerlijke drijfveer die sterker is dan mezelf.

Tijdens mijn jeugdjaren werd AIDS een echte epidemie in Congo. Meer en meer mensen rondom mij lieten het leven. De laatste wens van vele vrouwen was om de zorg voor hun kinderen op mij te nemen zodat zij niet op straat terecht kwamen. Dit was een problematiek waar iedereen van mijn generatie mee geconfronteerd werd. De vraag werd echter zo groot dat de kinderen niet meer in gezinnen konden opgenomen worden en dat structurele hulp een noodzaak werd. Daar ontstond het idee al om een vereniging op te richten maar het werd nog niet geformaliseerd. We stonden middenin de epidemie en werkten uit volle macht om hulp te bieden.

Eens in België, hebben we ons gegroepeerd om te kijken hoe we van hieruit hulp konden bieden aan de mensen in Noord-Kivu.

De eerste echte actie was geld verzamelen om kinderen uit kwetsbare gezinnen te ondersteunen bij hun studies. We werkten samen met een ‘maman’ ter plaatse, een sociaal assistente, die zich inzette voor deze kinderen. Kinderen waarvan de ouders ziek waren of al overleden.

Na deze actie hebben we de vzw uiteindelijk geformaliseerd. Amuka werd een feit en als snel gingen we actief aan de slag. We kookten voor evenementen van het Afrika Museum in Tervuren , hadden eetstandjes op festivals zoals Manifiesta, de Bollekesfeesten,… Ook organiseerden we benefietmaaltijden en debatavonden met gastsprekers waarbij de sensibilisering rond de levensomstandigheden van de mensen in Noord-Kivu centraal stond. Fundraising en informeren zijn bij Amuka altijd met elkaar verbonden.

Wij organiseerden ook heel wat tentoonstellingen ism La piscine des activités waarbij kunstenaars uit Afrika een platform kregen. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de Verbeke Foundation waar doodskisten uit Ghana of beelden gemaakt uit gerecycleerde auto-onderdelen uit Guinée tentoongesteld werden. In Antwerpen Centraal kregen we in de stationshal een plek voor een foto-tentoonstelling,…

Heb je nog andere projecten in Noord-Kivu?

Ja, de voorziening van het schoolgeld was maar het begin van een hele reeks initiatieven.

In Noord-kivu zijn er heel wat vrouwen en jonge meisjes het slachtoffer van verkrachtingen door rebellen of soldaten. In samenwerking met een psychologe hebben we een programma ontwikkeld om deze slachtoffers te begeleiden bij de verwerking van hun trauma’s en bij het weer opbouwen van een leven in vrede.

Voor de jonge meisjes werd eveneens een crèche opgericht waar zij hun kind kunnen brengen wanneer zij of een schoolopleiding of een andere praktische vorming volgen.

In het verlengde daarvan hebben wij ook vrouwengroepen opgericht in 2 regio’s waar de klassieke NGO’s niet aanwezig zijn door de ontoegankelijkheid van de regio. Het doel van deze werkingen is de vrouwen hun fierheid terug te geven. We gaan niet zomaar fondsen geven en afhankelijkheid hiervan creëren maar we gaan hen micro-kredieten verschaffen. Ze gaan zelf weer aan de slag en zorgen voor een eigen inkomen waardoor ze zelf weer het schoolgeld van hun kinderen kunnen betalen en waardoor sommige vrouwen zelfs een eigen huis kunnen bouwen hebben.

Een ander luik van onze werking in Congo is sensibilisering. We merkten dat het voor de vrouwen die een kind kregen na een verkrachting ontzettend moeilijk was om het kind te aanvaarden. Liefst hadden ze de kinderen in een centrum weggeduwd omdat de zorg voor het kind het beeld en het trauma van de verkrachting telkens weer tot leven bracht. De kinderen werden bovendien gestigmatiseerd omdat zij de naam van de verkrachter droegen. Belangrijk bij deze sensibilisering is dat de moeders het kind ook als slachtoffer zien en het zo alsnog een liefdevolle opvoeding kunnen geven. Veranderen van hun naam is hierbij al een grote stap. w

Ondertussen is hierrond ook een vrouwengroep gevormd. Deze groep is een fusie van verpleegsters, die de vrouwen mentaal en fysiek bijstaan, en advocates, die het juridische aspect op zich nemen.

Rond het lot van deze kinderen en vrouwen maakten wij in België een toneelstuk. Ook hier werd dus gesensibiliseerd rond dit thema.

In Beni hebben we een stuk grond gekocht om een centrum op te richten waar getraumatiseerde kinderen na mishandelingen of na het zien van een oudermoord terecht kunnen. Door de oorlog kon dit echter niet doorgaan. Daarom hebben we ons gericht op Butembo waar we twee projecten rond familieplanning en diabetes uitgebouwd hebben>

Elisabeth, heb je na dit alles nog dromen?

Ja, absoluut. Na de dood van mijn man en nu de kinderen het huis uit zijn blijf ik hier alleen achter. Mijn droom is terug te gaan naar Afrika en me in te zetten voor de weeskinderen. Als ik geen anderen kan helpen dan denk ik dat ik ongelukkig ga sterven. Het is mijn levensdoel.



Vereniging in de kijker : The Ugandans and Friends Community in Belgium(UFCB)

Vereniging in de kijker : The Ugandans and Friends Community in Belgium(UFCB)

Een opgeruimd kantoor, een aangename sfeer en een man met een rustige uitstraling zijn wat ik zie als ik het zoomscherm open. Vandaag ga ik praten met de Ugandees Atine John Bosco-Olugo, voorzitter van ‘The Ugandans and Friends Community in Belgium(UFCB)’. Het gesprek komt traag op gang, maar al snel begint Atine te praten en vertelt hij zijn boeiende verhaal.
Hij kwam in 2004 naar België om een opleiding te volgen tot specialist in de adoptie van medische software. Sinds hij voet op Belgische bodem zette, werd hij meegesleurd in een golf van positieve ervaringen en opportuniteiten. Het viel hem echter op dat veel van zijn leeftijdsgenoten en andere Afrikanen weinig moeite deden om hun levensomstandigheden hier te verbeteren.
Hij wilde snel integreren en vond het belangrijk Nederlands te leren, niet alleen om alles administratief te kunnen opvolgen maar ook om zijn kinderen thuis te kunnen bijstaan.
Hij kwam ook snel in contact met de Oegandese gemeenschap in België nadat hij een van hun bijeenkomsten had bijgewoond. Atine wijdde later zijn vrije tijd aan het freelancen bij de Oegandese ambassade voor hun ICT-behoeften. Die had daar geen groot budget voor en hij vond het leuk om zijn land op die manier te helpen en te steunen. Door deze job leerde hij ook de noden van de Engelstalige ambassades zeer goed kennen en uiteindelijk werd het zijn eerste echte freelance job hier en zijn uitvalsbasis om in België te blijven.
Werken in diplomatieke en politieke kringen ligt ook in het verlengde van wat hij van huis uit heeft meegekregen. Zijn vader, Patrick Olugo-Atine, was opvoeder en bestuurder en was actief in politieke kringen voor hij werd vermoord. In Brussel wilde hij het werk van zijn vader voortzetten en ging hij diplomatieke betrekkingen studeren. Het was een hele uitdaging om ICT en diplomatieke betrekkingen samen te voegen, maar het lukte en ondertussen gaf hij ook les in diplomatie en protocollen over de culturele scenario’s van Afrika ten zuiden van de Sahara. En zo ging het maar door voor Bosco. De ene kans na de andere, die hij met open armen aangreep

Kunt u mij iets vertellen over de werking van uw vereniging?

Wel, kort na mijn aankomst in Brussel werd ik door een landgenoot voorgesteld op een van de vergaderingen van de vereniging. Toen ik op de vergadering zat, besefte ik dat de Oegandese diasporaverenigingen niet zichtbaar genoeg waren. De mensen wisten niet dat we bestonden. Ik gaf hen een overzicht van de middelen die bestonden om die zichtbaarheid te vergroten en waar we aan werkten.
Bij de UFCB is ons werk gebaseerd op 3 pijlers. De eerste pijler is engagement.  We zijn hier niet in ons moederland, dus moeten we er voor elkaar zijn, de mogelijkheid hebben om onze emotionele behoeften te delen en elkaar helpen om onze dagelijkse problemen op te lossen.
De tweede pijler is gebaseerd op “eenheid”. Onze leden komen van verschillende stammen en hebben verschillende politieke overtuigingen, maar we willen onszelf zien als een eenheid.
Voor onze laatste pijler ‘welvaart’ willen we onze leden goede raad geven en hen motiveren om goede keuzes te maken. We willen hen bijvoorbeeld aanmoedigen om een opleiding te volgen, te investeren in een huis, te sparen voor een regenachtige dag, enz.

Ook willen we verbinden om met één stem te spreken, elkaar te informeren en te steunen.  Bovendien zijn we er niet alleen voor Oegandezen, maar ook voor andere nationaliteiten. Ook Belgen zijn lid van onze vereniging.

Welke activiteiten organiseren jullie?

Onze topactiviteit is onze jaarlijkse BBQ waar we elkaar ontmoeten. Dit is elk jaar een grote bijeenkomst waar leden en hun familie informeel nieuws uitwisselen, problemen bespreken, enz.
Verder hebben we vooral activiteiten rond onze culturele tradities. Bijvoorbeeld, wanneer iemand overlijdt komen we samen en bieden financiële hulp. Ook huwelijken en geboortes worden gedeeld en samen gevierd. Dit zijn belangrijke levensgebeurtenissen die door de gemeenschap gedragen worden.
Elk jaar vieren we ook de onafhankelijkheidsdag van Oeganda samen met de ambassade. We helpen het te organiseren en veel vrijwilligers geven hun beste krachten op die dag.
Als voorzitter en leider heb je ook een voorbeeldfunctie. Ik doe mijn best en deel wat ik bereikt heb met de anderen uit de gemeenschap. Ik probeer een goed voorbeeld te zijn voor de anderen en hoop hen op die manier te inspireren.

Atine, heb je nog dromen ?

Mijn droom, elke dag, is om te zien dat mijn landgenoten, hier en daar, het beter hebben dan vroeger, vaderlandslievend zijn en goed geïnformeerd. Ik droom ook van stabiliteit. Niet alleen stabiliteit in mijn regio, maar ook financiële, fysieke en mentale stabiliteit voor elk van mijn landgenoten.
Verder wil ik ook mijn eigen leven verbeteren. Dromen blijven najagen op professioneel, academisch en persoonlijk vlak blijft belangrijk voor mij, na het behalen van talrijke academische onderscheidingen op het gebied van Diplomatie, Internationaal protocol, Cybersecurity, Geospatiale I.T., Gezondheidsinformatica (e-Health), e-HR, een Microsoft Services Adoption Specialist en, een geassocieerd professioneel lid bij de Association of Computing Machinery (ACM).

Als klap op de vuurpijl is “patriottisme binnen de diasporagemeenschappen, ongeacht nationaliteit, religie en politieke voorkeur, van het grootste belang”.



Vereniging in de kijker : Acres of Hope

Vereniging in de kijker : Acres of Hope

Kris Lambrecht en ik ontmoeten elkaar op een zonnige dag in april, buiten en op veilige afstand van elkaar, beide opgetogen dat we elkaar in real life kunnen spreken en dat we het zoomscherm even buitenspel kunnen zetten. 

Zij komt uit hartje Oost-Vlaanderen meer bepaald uit Lotenhulle en heeft samen met haar man 6 kinderen. Een diverse mix van 2 biologische kinderen, 3 adoptiekinderen uit Vietnam, Sri Lanka en Liberia en tenslotte ook nog een pleegkind,  uit België. Kris, die ondertussen 58 is, straalt pure passie uit als ze begint te vertellen over haar leven als onthaalmoeder waardoor ze ook in de pleegzorg terecht kwam.  Pasgeborenen en heel jonge kinderen waren haar roeping en ondertussen nam ze al 33 pleegkinderen onder haar vleugels. 

Naast moeder zijn is Kris ook de drijvende kracht achter Acres of Hope, een vzw met een heel intensieve werking zowel in België als in Afrika. Ik luister dan ook geboeid als ze haar verhaal begint te vertellen. 

Hoe is Acres of Hope ontstaan ? 

Alles begon in 2005 met de adoptie van ons laatste kind uit Liberia waar ze in een weeshuis verbleef.  Wij hadden het gevoel dat we iets wilden en konden doen om de levensomstandigheden van de andere wezen daar te verbeteren. Onze eerste fundraising, een ontbijt,  werd op poten gezet en was direct een schot in de roos. Een zaadje was gepland en met veel enthousiasme begonnen we het te koesteren. 

Acres of Hope  werd in 2006 opgericht en een jaar later vertrokken we voor het eerst zelf naar Liberia.  Het weeshuis bevond zich in Rockhill, een dorp op een heuvel waar vooral  ex-kindsoldaten verbleven en probeerden te overleven. Het was een ruwe omgeving,  een tijdelijke  tussenstop voor mensen van verschillende etnische groepen die hun geluk kwamen beproeven in de hoofdstad Monrovia 10 km verderop en een plek waar kinderen in steengroeves voor een zeer karig loontje tewerkgesteld werden. Onze eerste acties bestonden in het voorzien van waterputten op verschillende plaatsen op en rond de heuvel. 

Vervolgens begonnen ze in 2010 aan de bouw van een school die we in 2012  officieel werd geopend. Aanvankelijk met kinderen tussen de 4 en 6 jaar, in kleine groepen en zoveel mogelijk in hun eigen leeftijdsgroep. Het jaar nadien konden we het opentrekken naar alle leeftijdsgroepen en ondertussen telt onze school al meer dan 300 leerlingen en is onderwijsaanbod uitgebreid tot het lagere middelbaar. Vanuit AOH verzamelen wij ook per maand 5 euro per kind aan schoolgeld waardoor een kwalitatief onderwijs aan een betaalbare prijs voor de ouders mogelijk blijft. 

Sinds de school opengegaan is zien we dat er op schooldagen geen kinderen meer aan het rotskappen zijn in de steengroeves. Dit op zich is al een mooi resultaat. 

Heb je nog andere projecten in Liberia? 

Ja, ondertussen hebben we ook medische projecten. Dit groeide vooral uit mijn ervaring als pleegmoeder, voor vooral pasgeborenen en  uit een ontmoeting met een Liberiaanse vroedvrouw. Onze aanvankelijke doelstelling was bij te dragen tot veilige bevallingen maar ondertussen bouwden wij ook al 2 klinieken in het binnenland. Wij kozen heel bewust voor het binnenland omdat vele NGO’s voornamelijk actief zijn in de hoofdstad en de armere plattelandsbevolking, mede door het  slechte wegeninfrastructuur, nog weinig toegang heeft tot gezondheidszorg.  

Terwijl wij zorgen voor de infrastructuur wordt aan de bevolking gevraagd om zelf in te staan voor de uitbouw van de kliniek onder andere door beroep te doen op overheidssteun. Ondertussen sturen wij wel containers met afgeschreven medische materiaal en dragen op die manier ook bij tot de uitrusting van de kliniek.  

Verder ondersteunen wij zowel de scholen als de klinieken met vormingen rond bepaalde thema’s. Zo organiseerden wij bijvoorbeeld in scholen workshops rond ‘hoe  interesse van de kinderen behouden, hoe omgaan met storend gedrag, hoe  bepaalde onderwerpen aanbrengen,….’. 

Naar de vroedvrouwen toe was dit bijvoorbeeld rond het herkennen van probleemzwangerschappen  en hoe je er op kan inspelen. Soms gebeuren die vormingen door Liberiaanse gastsprekers, soms gebeurt dit door mensen die wij uitnodigen vanuit België. 

Hoe vertaalt zich dit in België ? 

Dit bestaat uit verschillende luiken. Ik vind het belangrijk dat fundraising en informeren samen gaan. Zo ga ik vaak lezingen geven rond het project en rond Liberia in het algemeen. Op vele wereldmarkten in Oost- en West Vlaanderen verzorgen wij infostands  waarbij  ik mensen actief betrek door bijvoorbeeld het gewicht van een steen (gelinkt aan de steengroeves uit Rockhill) te laten raden. Acres of Hope kan gelukkig rekenen op de enthousiaste inzet van vele vrijwilligers. 

We hebben ook onze jaarlijks terugkerende acties zoals een paaseierenverkoop rond Pasen en een wijn- en cavaverkoop rond de kerstperiode. Onze traditionele benefietmaaltijd is altijd een succes waarbij we veel sympathisanten mogen ontvangen.

Verder hebben wij onze ‘AOH safe birth pakketjes” die wij hier in België klaarmaken. In elk pakket zit  een stuk zeep, een stuk touw, een handdoek, een muts en een eerste broekpakje. De mutsen worden gebreid door mensen uit verschillende woonzorgcentra die het geweldig vinden om op  die manier te kunnen bijdragen tot een project. Het is een ongelooflijk succes in België en het wordt ontzettend geapprecieerd in Liberia.  

Kris, heb je nog dromen ?

Ik droom om de projecten in Liberia nog verder uit te bouwen en ook samen met de lokale bevolking te werken naar zelfredzaamheid van de projecten. 

Voor de school wil ik graag een voedselprogramma opzetten wanneer ik de nodige fondsen kan vinden. Onze scholieren komen allen uit arme gezinnen die vaak leven van amper 1€ per dag. Velen van hen komen naar school zonder ontbijt of lunch … met een hongerige maag is het moeilijk om goed te presteren. 

Voor de medische projecten hoop ik de gezondheidszorg ter plaatse regelmatig een duwtje in de rug te kunnen geven. Naast het blijven voorzien in goed materiaal wil ik ook graag workshops en uitwisselingen met medische personeel van bij ons blijven organiseren. 

Ook droom ik ervan om mensen vanuit België warm te maken om zelf Liberia en de projecten ter plaatse te komen bekijken. Hen de kans te geven om te zien dat we met Acres of Hope echt een verschil maken in het leven van velen en hen tevens te laten zien dat Afrika niet enkel miserie is … mensen zijn er ook gelukkig. 

Onderwijs voor de kinderen, goede gezondheidzorg en werkgelegenheid … daar hopen we met Acres of Hope ons steentje aan bij te dragen in Liberia.