Vereniging in kijker : The Village

Vereniging in de kijker : The Village

Leon Peeters, een rustige man die de tijd neemt om zijn verhaal met veel enthousiasme uit de doeken te doen. Hij heeft tonnen werk- en reiservaring in Afrika, is vader van 4 zonen en orthopedagoog van opleiding.

Na zijn studies deed Leon eerst 10 jaar onderzoek aan de KU Leuven en daarna was de zin groot om met zijn twee benen in het alledaagse werk te gaan staan: de zorg voor personen met een verstandelijke beperking in allerlei gedaanten. Eerst 10 jaar in Vlaanderen, daarna 10 jaar in Afrika. Tijdens deze periode trok hij ondermeer naar Rwanda (2003-2005) en Uganda waar de zaadjes werden gelegd voor The Village, de vzw waar Leon bezieler en voorzitter van is.

Hoe kwam je tot het idee om The Village op te richten ?

 In Vlaanderen maken mensen met nieuwjaar altijd goede voornemens. Bijna aan het einde van mijn beroepsloopbaan gekomen maakte ik met Nieuwjaar 2013 het voornemen een vzw op te richten die een bijdrage zou leveren aan de zorg voor mensen met een beperking in Uganda.

Tijdens mijn werktijd in Rwanda en Uganda merkte ik al snel dat mensen met een verstandelijke beperking weinig of geen kansen krijgen in de maatschappij. De oorzaak hiervan ligt vooral in het ontbreken van passend onderwijs en vorming. Ik wou tonen dat het anders kan.

Dit was de start van een boeiend project in Kabale, Uganda, een provinciestadje op 15 km van de Rwandese grens. We begonnen bij het begin: kleine kinderen begeleiden die niet naar school konden of in schoolsituaties terecht kwamen waar ze niks van opstaken.

Wat houdt het project in?

De geschiedenis van het project loopt een beetje parallel met de financiering door onze hoofdsponsor, de Provincie Oost-Vlaanderen.We startten in een kleine kleuterschool, ‘Wise parents’, waar de kinderen met een verstandelijke beperking werden begeleid in de reguliere school. Dat was een boeiende oefening, zowel voor de kleuterschool als voor ons eigen personeel. Ondertussen bouwden we aan een eigen infrastructuur voor de kinderen die in de lagere schoolleeftijd kwamen.

Voor onze opgroeiende kleuters en enkele oudere nieuwkomers -negen kinderen- ontwikkelden we een functioneel curriculum. Dit is een leerprogramma waarbij de nadruk niet ligt op kennis vergaren maar wel op het ontwikkelen van vaardigheden die de leerlingen alle dagen nodig hebben. Zoals een douche nemen, koken, je veilig verplaatsen in het verkeer, mee helpen bij een familiefeest…

In een derde fase werd gewerkt aan de ‘overgang van school naar werk’. Nadruk kwam ondermeer te liggen op koken, bakken, tuinieren, kippen houden enz. Zeg maar activiteiten met een productief karakter. Elke leerling heeft ook zijn eigen tuintje en hoe leuk is het niet wanneer je zelf kan maken wat je bij de bakker in de vitrine ziet liggen!

Nu zijn we aangeland in fase 4: het openen van een cafetaria. De voorbije maanden ontvingen de leerlingen ‘klanten’ op uitnodiging. Dit jaar openen we de deuren van PROUD Canteen voor het grote publiek! In de rand zijn er nog voorzieningen voor een ‘home stay’ en een bloemenkiosk.

En hier in België?

Tot nog toe zetten we vooral in op informatieverspreiding, sensibilisering en fondsenwerving. Via foto’s, verhalen, projecties proberen we niet alleen ons project maar ook de situatie van mensen met een verstandelijke beperking in het algemeen in de kijker te zetten.

Sinds corona zijn we ook meer aandacht gaan besteden aan aspecten van rechtvaardiger relaties tussen Vlaanderen en Afrika. Wij hebben onszelf nooit een ‘ontwikkelingsorganisatie’ genoemd. Maar we vinden het toch nodig om te streven naar meer bewustwording over correcte internationale verhoudingen bij onze eigen leden en naaste omgeving.

We zitten helemaal op de lijn van ‘ontkokering’ en spreken daarom ook niet meer over Noord en Zuid. Er is evenveel werk in Vlaanderen als in Oeganda. Zo verdiepen we ons in onderwerpen als dekolonisering, anti-racisme en leven tussen twee culturen (in het bijzonder Afrika en Vlaanderen) en de effecten daarvan op kinderen. Zo zijn we niet toevallig bij Sankaa terecht gekomen.

Heb je nog dromen Leon?

Ik moet altijd glimlachen als ik Reginald Moreels bezig hoor. Hij noemt het grote hospitaal dat hij in de Kivu streek wil bouwen zijn voorlaatste project…

Zelf zou ik nog graag een ‘local history project’ beginnen ergens halverwege ‘Lake Bunyonyi’. Dat is niet zo ver van het huidige project. En de droom met de grote D is dat mijn kinderen mogen evolueren in een wereld die niet zo verdeeld is in compartimenten van kleur en sociale klassen als de mijne.



Vereniging in de kijker : Maprofam

Vereniging in de kijker : Maprofam

Vandaag voer ik een gesprek met Emmanuel Gombo, een oude gekende in het sociaal-cultureel werk die ik lang geleden ontmoette tijdens een opleiding rond ‘projecten in het Zuiden’ in Gent. Emmanuel lijkt nog geen haar veranderd en straalt nog evenveel jeugdigheid uit als toen.

In 2009 kwam hij na het afwerken van zijn studies filosofie en theologie, in zijn geboorteland Congo, terecht in België. Hier studeerde hij enkele jaren later af in de richting politieke en sociale wetenschappen in Louvain-La-Neuve.

Ondertussen is hij 57 en voorzitter van Maprofam. Hij zet zich ook graag in als vrijwilliger voor het rode kruis. Bovendien zetelt hij in het directiecomité van IDAY international, een vereniging die actief is in 20 sub-Saharaanse landen en die zich inzet op vlak van educatie en gezondheid voor jonge Afrikanen.

Zelf werkt hij ook aan zijn gezondheid door veel te fietsen en te wandelen in de natuur. Hij woont bovendien in Waver waar stad en natuur elkaar ontmoeten en waar hij als grote natuurliefhebber zijn hart helemaal kan ophalen.

Vandaag wil ik graag meer weten over het hoe en waarom van Maprofam, actieve lidvereniging van Sankaa met een hart voor ontmoeting.

Dag Emmanuel, hoe kwam je op het idee om Maprofam richten ?

Maprofam werd opgericht in 2018 als antwoord op de steeds groter wordende stroom van toekomende nieuwkomers. Wij zagen een terugkerend patroon in de problemen bij die groep, van vaak jongere mensen, en wilden hierop met onze werking inspelen. We zetten een programma op met integratie en sociale intelligentie als kernthema. Dit was ook de directe en belangrijkste aanleiding voor de  oprichting van Maprofam.

We willen ook steeds de link blijven leggen tussen verschillende generaties om zo te anticiperen op intergenerationele conflicten. In het verlengde hiervan zien we ook interpersoonlijke problemen opduiken tussen mensen die hier pas toekomen of mensen die hier geboren zijn. Het zijn echt cultuurconflicten die wij trachten op te lossen door sensibiliseringsactiviteiten voor beide partijen. Vaak ontbreekt het jongeren die hier opgroeien en vaak in contact komen met discriminatie in bijvoorbeeld het onderwijs ook aan rolmodellen. Dit zorgt ervoor dat ze snel afhaken in hun onderwijsloopbaan waardoor een achterstand gecreëerd wordt die vaak moeilijk nog bij te benen is in hun verdere carrière. Ook voor hen en hun familie zetten we coachings- en  sensibiliseringsprogramma’s op.

Naast het Belgische luik hebben wij ook een luik met werking in Congo. We zoeken hier vooral partnerschappen waardoor we kunnen inzetten op plattelandsontwikkeling in Congo. Jongeren en vrouwen worden vooral versterkt door algemene educatieve activiteiten, vormingen rond landbouw en rond klimaatsverandering. Om deze doelstellingen te bereiken richtten wij een lagere en middelbare school op die ondertussen een 850 leerlingen telt en waarbij aandacht voor educatie van de jonge meisjes centraal staat. De leerlingen kunnen op die manier helemaal ontwikkelen en ontplooien waardoor  plattelandsvlucht of meer nog emigratie naar Europa wordt vermeden.

Hoe bereik je al die doelstellingen hier in België ?

Wat de nieuwkomers betreft begeleiden en vormen we hen in eerste instantie rond hun administratieve verplichtingen. We zetten dan vooral in rond  huisvesting en school of werk. In een 2de fase werken we vooral aan hun integratie en digitale kennis via vormingen.

De link tussen generaties proberen we te bekomen door uitwisselingsmomenten te organiseren tussen jongeren en ouderen. We trekken lessen uit de overdracht van de verhalen uit het verleden om de toekomst beter te kunnen begrijpen. Hiervoor werken we samen met andere organisaties zoals Coup de pouce en les mamans m’Pangu. Beide Brusselse organisaties  met oudere leden die met grote openheid hun ervaringen en kennis willen overdragen aan jongeren.

Verder dagen we onze leden ook uit om af en toe tentoonstellingen of andere culturele activiteiten bij te wonen. Zo gingen we naar de tentoonstelling van Toetanchamon in Brussel en speelden we een actieve rol bij een activiteit rond voeding in de plantentuin in Meise. Het was een uitgelezen moment om een breder publiek kennis te laten maken met enkele producten afkomstig van ons landbouwproject in Congo.

Heb je nog dromen Emmanuel?

Ja, ik heb nog  veel dromen !

‘Si la jeunesse savait et si la vieillesse pouvait, le monde serait bien’ (Henri Etienne)

Mijn droom is dat wij als ouderen er in slagen om onze kennis op een goede manier door te geven en dat de jongeren er op hun beurt goed gebruik kunnen van maken.

Het zou mooi zijn mochten wij als gemeenschap al onze goede waarden kunnen doorgeven waardoor ik me als individu ook overal goed zou kunnen voelen.

Dank je wel Emmanuel !



Vereniging in de kijker : Asanteman Gent

Vereniging in de kijker : Asanteman Gent

Een snikhete dag in augustus, in de schaduw van een boom op een gezellig terrasje in Gent, ontmoet ik David Ageykom. De warmte van de omgeving straalt ook af op het gezicht van mijn gesprekspartner. Een glas water verder komt het gesprek op goed op gang.

David, afkomstig uit de Ghanese Ashanti regio kwam op zijn 16de toe in België om zich bij zijn ouders te vervoegen. 20 jaar verder woont hij in Zelzate en is hij fiere papa van 3 kinderen. Naast zijn voorzitterschap van Asanteman Association in Gent is hij actief als vrachtwagenchauffeur en besteedt hij heel wat uren op de terreinen van Racing Gent waar hij zijn kinderen opvolgt bij het voetballen. Zelf sport hij ook nog door af en toe zijn loopschoenen aan te trekken.

Dag David, hoe kwam je op het idee om jouw vereniging op te starten ?

Wel, zo een 3 tal jaren geleden werd ik opgeroepen door een chief in Gent. Deze vroeg aan een enkele mensen om  een organisatie op te richten om de rijke Ashanti cultuur niet alleen door te geven aan de Ghanese jongeren die hier opgroeien maar ook om deze bekend te maken aan het bredere publiek. Al snel werd Asanteman  Gent opgericht en kwam er een dynamiek op gang.

Onze meest ambitieuze doelstelling is het oprichten van een museum in Gent rond de Ashanti cultuur. Dit project staat in zijn kinderschoenen maar we zijn aan het netwerken om de juiste personen te verenigen om dit project tot  een goed einde te brengen. Het is voor ons belangrijk dat we met lokale partners werken zoals Stad Gent, Erfgoedcel, Sankaa,… zodat ons project echt gedragen kan worden.

Welke activiteiten organiseren jullie nog?

We hebben verschillende soorten activiteiten. Zo zijn er de maandelijkse bijeenkomsten waarbij we samen onze traditionele schotels klaarmaken en samen eten. Het lijken op het eerste zicht louter informele, ontspannende bijeenkomsten maar het zijn voor ons belangrijke momenten omdat we op die manier een vinger op de pols houden van wat er bij onze leden speelt. Zijn er vragen, problemen, huwelijken, …. Indien nodig bekijken we hoe we kunnen helpen of informeren. Tijdens de covid hielden we bijvoorbeeld zoommeetings om alsnog die sociale binding te behouden en mensen te informeren over regels, vaccinaties, ….Over deze actie mag ik trouwens binnenkort bij stad Gent gaan praten als rolmodel voor een groter publiek.

Naast deze bijeenkomsten worden educatieve activiteiten georganiseerd. Deze zijn vaak gericht op goede integratie en participatie aan de Belgische samenleving. Op basis van de noden die wij detecteren bij onze leden gaan wij de inhoud bepalen. Zo zagen wij bijvoorbeeld dat mensen niet of niet voldoende verzekerd waren op verschillende vlakken daarom organiseerden wij een vorming rond verzekeringen. Ook een vorming rond het rechtssysteem in België, de rechten en plichten van burgers,….

Bovendien informeren wij onze leden ook om Nederlands te leren. Dit is naar mijn inziens een belangrijke voorwaarde tot integratie.

Af en toe organiseren wij ook familiedagen voor onze leden zoals komende september hebben wij onze jaarlijkse BBQ. Met 5 andere organisaties organiseren wij ook een spelnamiddag in Gent waarbij wij samen met de Broederij en Sankaa een breder publiek willen aanspreken om kennis te komen maken met Afrikaanse spelen en waarom ook niet met Vlaamse volkspelen.

Culturele activiteiten zijn voor onze werking en onze doelstelling een heel belangrijk onderdeel. Komende oktober organiseren we een groot Ashantifeest in de Minus One in Gent. Hierbij worden heel wat Ghanezen en hun chiefs verwacht maar wij hopen eveneens op een groot en breder publiek. Het is de ideale gelegenheid om onze rijke cultuur en tradities te delen.

Ik hoor dat jullie vaak samenwerken met andere organisaties ?

Absoluut ! Wij willen een open werking. We willen een brug zijn. Een link tussen onze gemeenschap en Belgische organisaties. Zo werken we samen met Stad Gent, Sankaa, de Broederij,…en andere Afrikaanse of Vlaamse organisaties.

Wij proberen zo open mogelijk te werken.

En in Afrika ?

Ja, ook daar zijn wij actief. Zo is Asanteman Ghent  een programma op poten aan het zetten om studenten in Ghana te ondersteunen door hen te voorzien van een beurs waardoor ze kunnen verder studeren.

Wij zijn eveneens bezig met de plannen voor de inrichting van een kleine bibliotheek  in Monpontini, een dorp in de buurt van Kumasi.

Heb je nog dromen David?

Ja, mijn grote droom is het Ashanti-museum in Gent. Als voorzitter ben ik verkozen voor een periode van 8 jaar en ik hoop dat zo mijn stempel kan drukken. Het is de ideale manier om onze cultuur kenbaar te maken naar de volgende generatie en naar de Belgische bevolking

Dank je wel David !



Vereniging in de kijker : Iso na Iso

Vereniging in de kijker : Iso na Iso

Marie-Paul Wangela, afkomstig uit RDC Congo zit vandaag voor me.  Een zachte glimlach in combinatie met een krachtige, jonge uitstraling vallen me direct op. Marie-Paul is 58, moeder van 3 kinderen en combineert haar functie als voorzitster van Iso Na Iso met haar job als administratief medewerkster in een advocatenkantoor.

Het gesprek komt rustig op gang maar ik voel de zindering van enthousiasme in haar stem als ze begint te praten over haar leven hier en daar, haar studies, haar vereniging,…Marie-Paul groeide op in Kinshasa maar zag het levenslicht in de Evenaarsprovincie, waar ze een levenslange intense binding mee geeft.

Na haar studies Economische Wetenschappen in haar thuisland kwam ze in 1992 naar Antwerpen waar ze een postgraduaat Ontwikkelingspolitiek en een master Bestuurskunde en publiek management behaalde. In 1997 keerde ze terug naar Kinshasa om er gedurende 2 jaar les te geven in een hogeschool. België bleef echter op haar pad liggen want in 2000 kwam ze terug om hier in het huwelijk te treden met een landgenoot. Het begin van een mooi verhaal waar ook haar vereniging Iso na Iso deel van uitmaakt.

Dag Marie-Paul, hoe kwam je op het idee om jouw vereniging op te starten ?

Wel, Iso na Isa bestaat al sinds begin jaren ’90. Het betekent ‘tussen ons’ en werd toen vooral opgericht om uitwisseling en ontmoeting met mensen afkomstig uit de Evenaarsprovincie te faciliteren. Er ontstond een solidariteitsnetwerk tussen mensen die hier woonden maar ook naar de mensen toe in het thuisland. In Congo leeft iedereen in een gemeenschap, die onderlinge warmte, dat sociale gebeuren, die onderlinge steun  dat is heel erg eigen aan ons. Die ontmoetingsmomenten lagen dus perfect in het verlengde van ons leven in Congo en waren tegelijk onze springplank tot integratie hier in België.

Aanvankelijk werd Iso Na Iso uitsluitend door mannelijke leden gedragen. Dit lukte goed tot we na enkele jaren merkten dat de werking in het slop zat. De vrouwelijke leden namen toen het hef in handen en gingen voor een radicale verandering. Marie-Paul werd voorzitster en sindsdien waait er een dynamische nieuwe wind door de vereniging startend met de officiële neerlegging van de statuten.

 

Voor welk soort activiteiten kiezen jullie met Iso na Iso ?

We hebben verschillende soorten activiteiten waarbij de 2-maandelijkse groepsbijeenkomsten centraal staan. Tijdens deze momenten maken we echt tijd voor elkaar. Niet alleen het bij elkaar zijn telt maar ook de uitwisseling rond actuele maatschappelijke thema’s en het bespreken van mogelijke partners in projecten en activiteiten. Het zijn ideale momenten om te weten wat er leeft bij onze leden, wat de noden zijn, de twijfels, de opportuniteiten,…. Vele educatieve activiteiten ontstaan vanuit de signalen die we opvangen tijdens deze bijeenkomsten. Zo organiseerden we een workshop rond diabetes en een ander rond gezondheid in het algemeen.

Cultuur blijft ook voorop staan in onze werking. Het is de pijler waarin we kunnen doorgeven hoe wij denken, handelen en betekenis geven aan de werkelijkheid. Niet alleen aan het bredere publiek in Vlaanderen maar ook aan onze jongeren die hier  geboren werden en al in een andere realiteit opgroeien. We vinden het belangrijk dat zij ook drager blijven van onze culturele gewoonten en gebruiken en dit kunnen blijven doorgeven.

Ook uitstappen naar verschillende regio’s in België willen we meer en meer programmeren. Net voor de covid gingen we bijvoorbeeld al naar de Efteling. We organiseren deze uitstappen niet alleen voor onze eigen leden maar stellen het open voor een breder publiek. Ideale gelegenheden tot ontmoeting en culturele uitwisseling.

 

Je sprak over solidariteit met mensen in Congo. Hoe doen jullie dit concreet ?

Momenteel engageren wij ons in een HIV project in Gemena, de Evenaarsprovincie. Door de covid-epidemie stonden de activiteiten hierrond zoals benefietmaaltijden, sensibiliseringactiviteiten,… op een laag pitje maar de voorbereidingen hierrond zijn nu weer bezig.

 

Marie-Paul, heb je nog dromen ?

Natuurlijk !

Graag zou ik zien dat de toekomstige generatie hier een mooie toekomst krijgt. Verder hoop ik ook dat de levensomstandigheden van onze landgenoten in Congo beter worden.

Voor mezelf zou ik heel graag vlot Nederlands kunnen spreken.



Vereniging in de kijker : Amuka vzw

Vereniging in de kijker : Amuka vzw

Elisabeth Msika Sekanabo en ik ontmoeten elkaar op een herfstige dag in november, veilig en virtueel, beide weer gezeten achter ons computerscherm.

Zij is een vinnige zestiger en komt uit Congo meer bepaald uit Noord-Kivu en heeft samen met haar man 5 kinderen en 11 kleinkinderen. Het valt me op dat Elisabeth een heel vlotte tong heeft en snel vertelt ze honderduit haar verhaal. Hoe ze 33 haar geleden met haar Belgische man, die ze in Congo ontmoette, in België toegekomen is, vluchtend voor de diplomatieke spanningen tussen België en Congo. Hoe ze haar leven daar goed had uitgebouwd als zelfstandige handelaarster en hoe ze zich hier begon te herscholen als gezinshulp en een studie gezinswetenschappen aanving.

Naast moeder zijn is Elisabeth ook de bedenkster van Amuka, een vzw met een heel intensieve werking zowel in België als in Afrika. Ze verliest geen moment mijn aandacht wanneer ze het verhaal hierachter uit de doeken doet. Een verhaal waarbij het onvoorwaardelijk helpen van anderen de hoofdrol speelt.

Hoe is Amuka ontstaan en wat zijn jullie activiteiten ?

Amuka, betekent ‘word wakker’ in het Swahili en het is een oude droom die werkelijkheid geworden is. Mensen in nood helpen is voor mij altijd een missie geweest. Zelfs toen ik nog school liep in Congo spijbelde ik soms om zieke mensen naar de hulppost of het ziekenhuis te brengen. Het is een innerlijke drijfveer die sterker is dan mezelf.

Tijdens mijn jeugdjaren werd AIDS een echte epidemie in Congo. Meer en meer mensen rondom mij lieten het leven. De laatste wens van vele vrouwen was om de zorg voor hun kinderen op mij te nemen zodat zij niet op straat terecht kwamen. Dit was een problematiek waar iedereen van mijn generatie mee geconfronteerd werd. De vraag werd echter zo groot dat de kinderen niet meer in gezinnen konden opgenomen worden en dat structurele hulp een noodzaak werd. Daar ontstond het idee al om een vereniging op te richten maar het werd nog niet geformaliseerd. We stonden middenin de epidemie en werkten uit volle macht om hulp te bieden.

Eens in België, hebben we ons gegroepeerd om te kijken hoe we van hieruit hulp konden bieden aan de mensen in Noord-Kivu.

De eerste echte actie was geld verzamelen om kinderen uit kwetsbare gezinnen te ondersteunen bij hun studies. We werkten samen met een ‘maman’ ter plaatse, een sociaal assistente, die zich inzette voor deze kinderen. Kinderen waarvan de ouders ziek waren of al overleden.

Na deze actie hebben we de vzw uiteindelijk geformaliseerd. Amuka werd een feit en als snel gingen we actief aan de slag. We kookten voor evenementen van het Afrika Museum in Tervuren , hadden eetstandjes op festivals zoals Manifiesta, de Bollekesfeesten,… Ook organiseerden we benefietmaaltijden en debatavonden met gastsprekers waarbij de sensibilisering rond de levensomstandigheden van de mensen in Noord-Kivu centraal stond. Fundraising en informeren zijn bij Amuka altijd met elkaar verbonden.

Wij organiseerden ook heel wat tentoonstellingen ism La piscine des activités waarbij kunstenaars uit Afrika een platform kregen. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de Verbeke Foundation waar doodskisten uit Ghana of beelden gemaakt uit gerecycleerde auto-onderdelen uit Guinée tentoongesteld werden. In Antwerpen Centraal kregen we in de stationshal een plek voor een foto-tentoonstelling,…

Heb je nog andere projecten in Noord-Kivu?

Ja, de voorziening van het schoolgeld was maar het begin van een hele reeks initiatieven.

In Noord-kivu zijn er heel wat vrouwen en jonge meisjes het slachtoffer van verkrachtingen door rebellen of soldaten. In samenwerking met een psychologe hebben we een programma ontwikkeld om deze slachtoffers te begeleiden bij de verwerking van hun trauma’s en bij het weer opbouwen van een leven in vrede.

Voor de jonge meisjes werd eveneens een crèche opgericht waar zij hun kind kunnen brengen wanneer zij of een schoolopleiding of een andere praktische vorming volgen.

In het verlengde daarvan hebben wij ook vrouwengroepen opgericht in 2 regio’s waar de klassieke NGO’s niet aanwezig zijn door de ontoegankelijkheid van de regio. Het doel van deze werkingen is de vrouwen hun fierheid terug te geven. We gaan niet zomaar fondsen geven en afhankelijkheid hiervan creëren maar we gaan hen micro-kredieten verschaffen. Ze gaan zelf weer aan de slag en zorgen voor een eigen inkomen waardoor ze zelf weer het schoolgeld van hun kinderen kunnen betalen en waardoor sommige vrouwen zelfs een eigen huis kunnen bouwen hebben.

Een ander luik van onze werking in Congo is sensibilisering. We merkten dat het voor de vrouwen die een kind kregen na een verkrachting ontzettend moeilijk was om het kind te aanvaarden. Liefst hadden ze de kinderen in een centrum weggeduwd omdat de zorg voor het kind het beeld en het trauma van de verkrachting telkens weer tot leven bracht. De kinderen werden bovendien gestigmatiseerd omdat zij de naam van de verkrachter droegen. Belangrijk bij deze sensibilisering is dat de moeders het kind ook als slachtoffer zien en het zo alsnog een liefdevolle opvoeding kunnen geven. Veranderen van hun naam is hierbij al een grote stap. w

Ondertussen is hierrond ook een vrouwengroep gevormd. Deze groep is een fusie van verpleegsters, die de vrouwen mentaal en fysiek bijstaan, en advocates, die het juridische aspect op zich nemen.

Rond het lot van deze kinderen en vrouwen maakten wij in België een toneelstuk. Ook hier werd dus gesensibiliseerd rond dit thema.

In Beni hebben we een stuk grond gekocht om een centrum op te richten waar getraumatiseerde kinderen na mishandelingen of na het zien van een oudermoord terecht kunnen. Door de oorlog kon dit echter niet doorgaan. Daarom hebben we ons gericht op Butembo waar we twee projecten rond familieplanning en diabetes uitgebouwd hebben>

Elisabeth, heb je na dit alles nog dromen?

Ja, absoluut. Na de dood van mijn man en nu de kinderen het huis uit zijn blijf ik hier alleen achter. Mijn droom is terug te gaan naar Afrika en me in te zetten voor de weeskinderen. Als ik geen anderen kan helpen dan denk ik dat ik ongelukkig ga sterven. Het is mijn levensdoel.



Vereniging in de kijker : The Ugandans and Friends Community in Belgium(UFCB)

Vereniging in de kijker : The Ugandans and Friends Community in Belgium(UFCB)

Een opgeruimd kantoor, een aangename sfeer en een man met een rustige uitstraling zijn wat ik zie als ik het zoomscherm open. Vandaag ga ik praten met de Ugandees Atine John Bosco-Olugo, voorzitter van ‘The Ugandans and Friends Community in Belgium(UFCB)’. Het gesprek komt traag op gang, maar al snel begint Atine te praten en vertelt hij zijn boeiende verhaal.
Hij kwam in 2004 naar België om een opleiding te volgen tot specialist in de adoptie van medische software. Sinds hij voet op Belgische bodem zette, werd hij meegesleurd in een golf van positieve ervaringen en opportuniteiten. Het viel hem echter op dat veel van zijn leeftijdsgenoten en andere Afrikanen weinig moeite deden om hun levensomstandigheden hier te verbeteren.
Hij wilde snel integreren en vond het belangrijk Nederlands te leren, niet alleen om alles administratief te kunnen opvolgen maar ook om zijn kinderen thuis te kunnen bijstaan.
Hij kwam ook snel in contact met de Oegandese gemeenschap in België nadat hij een van hun bijeenkomsten had bijgewoond. Atine wijdde later zijn vrije tijd aan het freelancen bij de Oegandese ambassade voor hun ICT-behoeften. Die had daar geen groot budget voor en hij vond het leuk om zijn land op die manier te helpen en te steunen. Door deze job leerde hij ook de noden van de Engelstalige ambassades zeer goed kennen en uiteindelijk werd het zijn eerste echte freelance job hier en zijn uitvalsbasis om in België te blijven.
Werken in diplomatieke en politieke kringen ligt ook in het verlengde van wat hij van huis uit heeft meegekregen. Zijn vader, Patrick Olugo-Atine, was opvoeder en bestuurder en was actief in politieke kringen voor hij werd vermoord. In Brussel wilde hij het werk van zijn vader voortzetten en ging hij diplomatieke betrekkingen studeren. Het was een hele uitdaging om ICT en diplomatieke betrekkingen samen te voegen, maar het lukte en ondertussen gaf hij ook les in diplomatie en protocollen over de culturele scenario’s van Afrika ten zuiden van de Sahara. En zo ging het maar door voor Bosco. De ene kans na de andere, die hij met open armen aangreep

Kunt u mij iets vertellen over de werking van uw vereniging?

Wel, kort na mijn aankomst in Brussel werd ik door een landgenoot voorgesteld op een van de vergaderingen van de vereniging. Toen ik op de vergadering zat, besefte ik dat de Oegandese diasporaverenigingen niet zichtbaar genoeg waren. De mensen wisten niet dat we bestonden. Ik gaf hen een overzicht van de middelen die bestonden om die zichtbaarheid te vergroten en waar we aan werkten.
Bij de UFCB is ons werk gebaseerd op 3 pijlers. De eerste pijler is engagement.  We zijn hier niet in ons moederland, dus moeten we er voor elkaar zijn, de mogelijkheid hebben om onze emotionele behoeften te delen en elkaar helpen om onze dagelijkse problemen op te lossen.
De tweede pijler is gebaseerd op “eenheid”. Onze leden komen van verschillende stammen en hebben verschillende politieke overtuigingen, maar we willen onszelf zien als een eenheid.
Voor onze laatste pijler ‘welvaart’ willen we onze leden goede raad geven en hen motiveren om goede keuzes te maken. We willen hen bijvoorbeeld aanmoedigen om een opleiding te volgen, te investeren in een huis, te sparen voor een regenachtige dag, enz.

Ook willen we verbinden om met één stem te spreken, elkaar te informeren en te steunen.  Bovendien zijn we er niet alleen voor Oegandezen, maar ook voor andere nationaliteiten. Ook Belgen zijn lid van onze vereniging.

Welke activiteiten organiseren jullie?

Onze topactiviteit is onze jaarlijkse BBQ waar we elkaar ontmoeten. Dit is elk jaar een grote bijeenkomst waar leden en hun familie informeel nieuws uitwisselen, problemen bespreken, enz.
Verder hebben we vooral activiteiten rond onze culturele tradities. Bijvoorbeeld, wanneer iemand overlijdt komen we samen en bieden financiële hulp. Ook huwelijken en geboortes worden gedeeld en samen gevierd. Dit zijn belangrijke levensgebeurtenissen die door de gemeenschap gedragen worden.
Elk jaar vieren we ook de onafhankelijkheidsdag van Oeganda samen met de ambassade. We helpen het te organiseren en veel vrijwilligers geven hun beste krachten op die dag.
Als voorzitter en leider heb je ook een voorbeeldfunctie. Ik doe mijn best en deel wat ik bereikt heb met de anderen uit de gemeenschap. Ik probeer een goed voorbeeld te zijn voor de anderen en hoop hen op die manier te inspireren.

Atine, heb je nog dromen ?

Mijn droom, elke dag, is om te zien dat mijn landgenoten, hier en daar, het beter hebben dan vroeger, vaderlandslievend zijn en goed geïnformeerd. Ik droom ook van stabiliteit. Niet alleen stabiliteit in mijn regio, maar ook financiële, fysieke en mentale stabiliteit voor elk van mijn landgenoten.
Verder wil ik ook mijn eigen leven verbeteren. Dromen blijven najagen op professioneel, academisch en persoonlijk vlak blijft belangrijk voor mij, na het behalen van talrijke academische onderscheidingen op het gebied van Diplomatie, Internationaal protocol, Cybersecurity, Geospatiale I.T., Gezondheidsinformatica (e-Health), e-HR, een Microsoft Services Adoption Specialist en, een geassocieerd professioneel lid bij de Association of Computing Machinery (ACM).

Als klap op de vuurpijl is “patriottisme binnen de diasporagemeenschappen, ongeacht nationaliteit, religie en politieke voorkeur, van het grootste belang”.



Vereniging in de kijker : Acres of Hope

Vereniging in de kijker : Acres of Hope

Kris Lambrecht en ik ontmoeten elkaar op een zonnige dag in april, buiten en op veilige afstand van elkaar, beide opgetogen dat we elkaar in real life kunnen spreken en dat we het zoomscherm even buitenspel kunnen zetten. 

Zij komt uit hartje Oost-Vlaanderen meer bepaald uit Lotenhulle en heeft samen met haar man 6 kinderen. Een diverse mix van 2 biologische kinderen, 3 adoptiekinderen uit Vietnam, Sri Lanka en Liberia en tenslotte ook nog een pleegkind,  uit België. Kris, die ondertussen 58 is, straalt pure passie uit als ze begint te vertellen over haar leven als onthaalmoeder waardoor ze ook in de pleegzorg terecht kwam.  Pasgeborenen en heel jonge kinderen waren haar roeping en ondertussen nam ze al 33 pleegkinderen onder haar vleugels. 

Naast moeder zijn is Kris ook de drijvende kracht achter Acres of Hope, een vzw met een heel intensieve werking zowel in België als in Afrika. Ik luister dan ook geboeid als ze haar verhaal begint te vertellen. 

Hoe is Acres of Hope ontstaan ? 

Alles begon in 2005 met de adoptie van ons laatste kind uit Liberia waar ze in een weeshuis verbleef.  Wij hadden het gevoel dat we iets wilden en konden doen om de levensomstandigheden van de andere wezen daar te verbeteren. Onze eerste fundraising, een ontbijt,  werd op poten gezet en was direct een schot in de roos. Een zaadje was gepland en met veel enthousiasme begonnen we het te koesteren. 

Acres of Hope  werd in 2006 opgericht en een jaar later vertrokken we voor het eerst zelf naar Liberia.  Het weeshuis bevond zich in Rockhill, een dorp op een heuvel waar vooral  ex-kindsoldaten verbleven en probeerden te overleven. Het was een ruwe omgeving,  een tijdelijke  tussenstop voor mensen van verschillende etnische groepen die hun geluk kwamen beproeven in de hoofdstad Monrovia 10 km verderop en een plek waar kinderen in steengroeves voor een zeer karig loontje tewerkgesteld werden. Onze eerste acties bestonden in het voorzien van waterputten op verschillende plaatsen op en rond de heuvel. 

Vervolgens begonnen ze in 2010 aan de bouw van een school die we in 2012  officieel werd geopend. Aanvankelijk met kinderen tussen de 4 en 6 jaar, in kleine groepen en zoveel mogelijk in hun eigen leeftijdsgroep. Het jaar nadien konden we het opentrekken naar alle leeftijdsgroepen en ondertussen telt onze school al meer dan 300 leerlingen en is onderwijsaanbod uitgebreid tot het lagere middelbaar. Vanuit AOH verzamelen wij ook per maand 5 euro per kind aan schoolgeld waardoor een kwalitatief onderwijs aan een betaalbare prijs voor de ouders mogelijk blijft. 

Sinds de school opengegaan is zien we dat er op schooldagen geen kinderen meer aan het rotskappen zijn in de steengroeves. Dit op zich is al een mooi resultaat. 

Heb je nog andere projecten in Liberia? 

Ja, ondertussen hebben we ook medische projecten. Dit groeide vooral uit mijn ervaring als pleegmoeder, voor vooral pasgeborenen en  uit een ontmoeting met een Liberiaanse vroedvrouw. Onze aanvankelijke doelstelling was bij te dragen tot veilige bevallingen maar ondertussen bouwden wij ook al 2 klinieken in het binnenland. Wij kozen heel bewust voor het binnenland omdat vele NGO’s voornamelijk actief zijn in de hoofdstad en de armere plattelandsbevolking, mede door het  slechte wegeninfrastructuur, nog weinig toegang heeft tot gezondheidszorg.  

Terwijl wij zorgen voor de infrastructuur wordt aan de bevolking gevraagd om zelf in te staan voor de uitbouw van de kliniek onder andere door beroep te doen op overheidssteun. Ondertussen sturen wij wel containers met afgeschreven medische materiaal en dragen op die manier ook bij tot de uitrusting van de kliniek.  

Verder ondersteunen wij zowel de scholen als de klinieken met vormingen rond bepaalde thema’s. Zo organiseerden wij bijvoorbeeld in scholen workshops rond ‘hoe  interesse van de kinderen behouden, hoe omgaan met storend gedrag, hoe  bepaalde onderwerpen aanbrengen,….’. 

Naar de vroedvrouwen toe was dit bijvoorbeeld rond het herkennen van probleemzwangerschappen  en hoe je er op kan inspelen. Soms gebeuren die vormingen door Liberiaanse gastsprekers, soms gebeurt dit door mensen die wij uitnodigen vanuit België. 

Hoe vertaalt zich dit in België ? 

Dit bestaat uit verschillende luiken. Ik vind het belangrijk dat fundraising en informeren samen gaan. Zo ga ik vaak lezingen geven rond het project en rond Liberia in het algemeen. Op vele wereldmarkten in Oost- en West Vlaanderen verzorgen wij infostands  waarbij  ik mensen actief betrek door bijvoorbeeld het gewicht van een steen (gelinkt aan de steengroeves uit Rockhill) te laten raden. Acres of Hope kan gelukkig rekenen op de enthousiaste inzet van vele vrijwilligers. 

We hebben ook onze jaarlijks terugkerende acties zoals een paaseierenverkoop rond Pasen en een wijn- en cavaverkoop rond de kerstperiode. Onze traditionele benefietmaaltijd is altijd een succes waarbij we veel sympathisanten mogen ontvangen.

Verder hebben wij onze ‘AOH safe birth pakketjes” die wij hier in België klaarmaken. In elk pakket zit  een stuk zeep, een stuk touw, een handdoek, een muts en een eerste broekpakje. De mutsen worden gebreid door mensen uit verschillende woonzorgcentra die het geweldig vinden om op  die manier te kunnen bijdragen tot een project. Het is een ongelooflijk succes in België en het wordt ontzettend geapprecieerd in Liberia.  

Kris, heb je nog dromen ?

Ik droom om de projecten in Liberia nog verder uit te bouwen en ook samen met de lokale bevolking te werken naar zelfredzaamheid van de projecten. 

Voor de school wil ik graag een voedselprogramma opzetten wanneer ik de nodige fondsen kan vinden. Onze scholieren komen allen uit arme gezinnen die vaak leven van amper 1€ per dag. Velen van hen komen naar school zonder ontbijt of lunch … met een hongerige maag is het moeilijk om goed te presteren. 

Voor de medische projecten hoop ik de gezondheidszorg ter plaatse regelmatig een duwtje in de rug te kunnen geven. Naast het blijven voorzien in goed materiaal wil ik ook graag workshops en uitwisselingen met medische personeel van bij ons blijven organiseren. 

Ook droom ik ervan om mensen vanuit België warm te maken om zelf Liberia en de projecten ter plaatse te komen bekijken. Hen de kans te geven om te zien dat we met Acres of Hope echt een verschil maken in het leven van velen en hen tevens te laten zien dat Afrika niet enkel miserie is … mensen zijn er ook gelukkig. 

Onderwijs voor de kinderen, goede gezondheidzorg en werkgelegenheid … daar hopen we met Acres of Hope ons steentje aan bij te dragen in Liberia. 



Vereniging in de kijker - Ghana Council

Vereniging in de kijker - Ghana Council

Sommige mensen dwingen respect af gewoon door wie ze zijn en waar ze voor staan. Kwaku Acheampong, een innemend man die zijn sporen hier en in zijn moederland Ghana heeft verdiend,  is ontegensprekelijk één van hen.

35 jaar reeds woont hij in België en ondertussen is hij vader van 4 kinderen en gepensioneerd na een succesvolle carrière bij FOS, een vzw die werkt rond internationale solidariteit en armoedebestrijding. Vanuit zijn opleiding startte hij daar als boekhoudkundige. Enkele jaren later kwam hij terecht in hun programma’s rond ontwikkelingssamenwerking in Afrika en tenslotte werd hij diensthoofd  internationale projecten waardoor hij ook projecten in Zuid- en Centraal Amerika opvolgde.

Naast zijn professionele activiteiten zet Kwaku zich ook al jarenlang in als stichtende voorzitter van Sankaa vzw en Ghana Council en als bestuurlid van Okyeman.

Het is vooral het verhaal achter Ghana Council dat ons boeit en dat onlosmakelijk verbonden is met het ontstaan van Sankaa vzw zelf. De duurzame en waardevolle samenwerking tussen beide organisaties loont de moeite om even in een historische context geplaatst te worden  om vervolgens de link met hun huidige werking  te maken.

Kwaku, hoe en waarom is Ghana Council ontstaan ?

Het is een lang verhaal dat begint in de jaren ’80 toen veel Ghanezen naar België kwamen. In die beginjaren was er veel eenzaamheid in de gemeenschap. Begin  jaren ’90 groeide het idee dat we daartegen iets konden ondernemen door ons als individuen te  verenigen binnen een vereniging. Zo ontstond Ghanaba wat staat voor zonen of dochters (ba) van Ghana en waarbinnen  Ghanezen van alle etnische culturele groepen elkaar ontmoetten.

In een tweede fase begonnen Ghanezen van eenzelfde etnische groep, met elk hun eigenheden en culturele waarden, zich onderling ook te verenigen. Zo ontstonden verenigingen zoals Asanteman (van de Asante-regio) en Okyeman (van de Akim-regio) die zich toen vooral centraal in Brussel vestigden.

In een volgende fase begonnen Ghanezen van dezelfde bevolkingsgroepen maar  uit andere Belgische steden zoals bijvoorbeeld Antwerpen zich dichter bij huis te organiseren. En zo ontstonden ook Ghanese organisaties in de grotere Belgische steden.

Vanuit deze verspreide mozaïek van organisaties kreeg ik  het idee om deze verenigingen weer samen te brengen en zo ontstond de koepelvereniging Ghanaba in 1997. Het ging  ons voor de wind en in 2000 werden we erkend als federatie van de Ghanese gemeenschap door de Vlaamse gemeenschap (ministerie van cultuur).

2005 was een kantelmoment omdat de erkenningscriteria vanuit het beleid veranderden. Om ons verder bestaan te garanderen werd ons gevraagd om minimum 50 lidverenigingen te hebben die  bovendien niet uit 1 Afrikaans land afkomstig waren maar uit verschillende landen. Nieuwe contacten werden gelegd en al gauw kregen we een divers pallet van lidverenigingen vanuit de Engelstalige Afrikaanse gemeenschap. De naam Ghanaba dekte de lading niet meer en Faab vzw (the Federation of Anglophone Africans in Belgium), het latere Sankaa vzw, zag het daglicht.

De oorspronkelijke Ghanese verenigingen wilden wel graag, vanuit hun gemeenschappelijke cultuur en achtergrond, een eigen koepelorganisatie blijven behouden en zo werd Ghana Council opgericht.

Jullie bestaan ondertussen al iets langer dan 30 jaar. Wat is er veranderd ?

Het oorspronkelijke idee was veelzijdig. Het verenigen van Ghanezen in België stond centraal maar bovendien wilden we de nieuwkomers ‘wegwijs’ maken in hun nieuwe land om de integratie, emancipatie en participatie te faciliteren. In onze beginfase organiseerden we daarrond heel veel vormingen zoals bijvoorbeeld de werking van de mutualiteiten, de organisatie van de pensioenen, de rechten en plichten, ….

Door de jaren heen evolueerden we ook tot het contactpunt en de  belangenverdediger van de Ghanezen in België door relaties aan te gaan met de Vlaamse overheid, onze gemeenschap te vertegenwoordigen en op te treden als spreekbuis. Ook het stimuleren   van  mensen of organisaties tot ontwikkelingssamenwerking en bedrijven coachen en informeren om te investeren in Ghana zien wij als onze taak.

Naast dit alles vinden we het en zeker niet in het minst dat wij ambassadeurs zijn van onze cultuur. Wij willen mensen laten voelen en  proeven van onze cultuur om zo toenadering en begrip te stimuleren.

Geef eens een voorbeeld van hoe je zo een culturele toenadering aanpakt ?

Jaarlijks organiseren de lidverenigingen van Ghana Council samen bijvoorbeeld de ‘Ghana Independence day’. We bundelen onze krachten met de Ghanese ambassade en vieren dit belangrijk moment met dans, eten en traditionele klederdracht. Op die dag is iedereen welkom. Het overstijgt ras, herkomst, kleur,… Onze cultuur delen staat centraal.

Hoe pakken jullie het aan in het Zuiden ? Heb je daar ook projecten ?

Zoals reeds gezegd proberen we bedrijven te stimuleren om te investeren in Ghana.

Zelf zetten we in op structurele ontwikkelingssamenwerking waarbij stad Antwerpen een belangrijke ondersteunende partner is. Stad Antwerpen ging in 2010 hun beleid rond ontwikkelingssamenwerking aanpassen om meer sociale cohesie in de stad te promoten. Daarvoor wilden zij werken met de diaspora die het meest vertegenwoordigd waren Antwerpen. Na Turkije, Marokko en Congo kwam de Ghanese gemeenschap. Gezien Turkije niet als ontwikkelingsland beschouwd werd kwam Ghana op de derde plaats en werden we ondersteund voor structurele samenwerking. Ghana Council vertegenwoordigde hierbij de Ghanese verenigingen en zorgde voor de verdeling van de financiële steun onder zijn leden. Er werd toen vooral ingezet op gezondheid en onderwijs.

In 2015 werd door Stad Antwerpen beslist dat verenigingen niet louter op hun middelen mochten steunen maar dat ze  ook voor andere partners en andere geldschieters moesten zorgen. Ghana Council vond toen FOS vzw bereid om mee te werken in die zoektocht en mede dankzij hen kregen we fondsen van de Vlaamse overheid. Vanaf toen werd vooral ingezet op projecten rond watervoorziening en sanitair in dorpen en middelbare scholen. Ondertussen werden 15 dorpen van water en sanitair voorzien en werden in verschillende scholen sanitaire blokken gebouwd. Het onderwijs is in Ghana sinds een 3 tal jaar gratis waardoor er een toeloop is van leerlingen en vooral van meisjes. De sanitaire voorzieningen voldeden echt niet meer. Op die manier proberen we te beantwoorden aan de SDG’s (Sustainable Development Goals) op gebied van ‘gendergelijkheid, watervoorziening en sanitaire voorzieningen’.

Kwaku, heb je nog dromen?

Vanuit mijn werk in ontwikkelingssamenwerking droom ik logischerwijze van een rechtvaardige wereld. De coronacrisis heeft ons eens te meer laten beseffen dat we leven  in een geglobaliseerde wereld waarin  wat in  één land gebeurt  gevolgen heeft voor veel andere landen. Ik droom ook van gelijkheid. Ik zag zoveel armoede, zoveel ‘echte’ miserie tijdens mijn projectbezoeken dat ik het mooi zou vinden mochten de begoede mensen zich wat meer zouden inzetten voor de minderbegoede. Dat zou mooi zijn.

 

Dank je wel Kwaku. 



Vereniging in de kijker – Fraternité des mamans de mpangu

Vereniging in de kijker –

Fraternité des mamans de mpangu

Marie Kibaba, beter gekend als ‘maman Marie’, is een vat vol bruisende energie,  eigen aan mensen die passie en gedrevenheid feilloos met elkaar weten te combineren.

Zij is afkomstig uit RDC Congo, 73 jaar oud en moeder van 8 kinderen die allen getrouwd en uitgefladderd zijn naar verschillende landen en continenten.

Sedert 2000 woont zij in Brussel waar zij zich settelde naar een lange en succesvolle carrière bij het ‘Legers des Heils’ is Kinshasa. In deze christengemeenschap zette zich niet alleen in als lerares in de lagere school maar  ook als hun officiële vertegenwoordigster op internationale congressen zowat overal in de wereld.

Tot vandaag zet ze zich nog in voor deze organisatie. In Elsene bijvoorbeeld is ze nog steeds verantwoordelijk voor het opzetten van voedselbanken, het verzamelen en uitdelen van kledij aan kwetsbare groepen, het verzorgen van koffie en thee aan daklozen,…

Maman Marie is ook voorzitster van ‘Fraternité des mamans de mpangu’, een Brusselse vereniging, waarover ik in dit gesprek meer wil te weten komen.

Hoe is het idee voor de oprichting van de vereniging ontstaan  ?

Wel, zo een 20 jaar geleden kwamen wij met een aantal mamans, wijze oudere vrouwen,  regelmatig samen. Sommige van die ‘mamans’ stonden er alleen voor en voelden zich eenzaam en/of hadden andere hulp nodig. Daarnaast vonden wij het belangrijk dat we niet alleen moeilijke maar ook gelukkige momenten konden delen.

Al snel stelden we ook een systeem van maandelijkse bijdragen op punt  waardoor er ook financiële ruggensteun mogelijk was in geval van nood.

Door de jaren heen kregen wij meer en meer vraag naar hulp van buitenaf. Die vragen kwamen niet alleen vanuit onze nabije omgeving in Brussel maar ook vanuit Congo. Zo ontstond binnen de groep van ‘mamans’, stilletjes aan, de zin en het verlangen om ook meer te kunnen betekenen voor anderen en de ruimere samenleving. Door de omvang in grootte van de activiteiten besloten we ons tenslotte op een formele manier te organiseren en werd de ‘Fraternité des mamans de mpangu’ opgericht.

Welke activiteiten organiseren jullie zoal ?

Ons doel is vooral solidariteitsnetwerken op te zetten en initiatieven rond ontwikkelingshulp te ondersteunen.

Zo organiseren we in CC Jette naaiateliers  waar we niet alleen met de mamans samenkomen maar ook  met mensen van verschillende afkomst. Het zijn naast leermomenten ook ontmoetingsmomenten waar we elkaar leren kennen op een aangename manier.

Belangrijk voor ons zijn ook onze taallessen Nederlands en Kikongo. Deze laatste  is een oude taal die niet meer door alle mamans gesproken wordt maar die veel traditionele waarden en wijsheden bevat. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk Nederlands te leren want dit is nu de taal van onze dagelijkse werkelijkheid.

Uit onze comfortzone stappen doen we niet alleen door nieuwe dingen te leren maar ook door naar buiten te treden en andere dingen te doen en te leren. Zo gaan we regelmatig op museumbezoek (Tervuren, Koninklijk paleis,…), naar culturele instellingen, naar zee, op stadsbezoek naar Luik, Dinant,… Het opent onze blik en door dit samen te doen worden de drempels weggenomen.

Hoe antwoorden jullie op de vraag naar hulp vanuit Afrika ?

De vraag naar hulp komt vooral vanuit scholen en gezondheidscentra. Bij scholen gaat het over zendingen van pc’s, naaimachines en het inrichten van klassen en bij de gezondheidscentra over bedden, beddengoed en matrassen. Om aan deze vragen te beantwoorden gebruiken we niet alleen onze maandelijkse bijdragen maar werken we ook samen met andere organisaties.

Voor de gezondheidscentra bijvoorbeeld krijgen we van  het Sint Lucasziekenhuis  afgeschreven matrassen en beddengoed welke we met de hulp van ‘Wereldmissiehulp’ verzenden naar Congo.  Voor de verdeling ter plaatse doen we beroep op het  leger des heils’ die  er samen met onze raadgever ter plaatse voor zorgt dat alles op de juiste plaats terecht komt.

Maman Marie, heb je nog dromen ?

Ja hoor. Ik  wil nog lang leven omdat ik me dan nog lang kan blijven inzetten voor zij die het nodig hebben. Ik sta mensen bij in hun laatste uren, ik zet me in voor kwetsbare groepen, ik kook ook vaak voor gemeente Jette tijdens bijvoorbeeld opendeurdagen,…  Het heeft me een reden om op te staan in de ochtend en het geeft een nuttige invulling aan mijn  leven.



Vereniging in de kijker : Ghana Progressive Union

Vereniging in de kijker : Ghana Progressive Union

Elkaar inspireren, ontmoeten en ondersteunen blijven ook in 2021 ankerpunten in onze werking. We willen dan ook in dit nieuwe jaar maandelijks de werking van een  vereniging of het verloop van een project in de kijker blijven zetten.

Op een koude winterdag ontmoet ik Rans Seth Oubin van Ghana Progressive Union uit Antwerpen. Een rustige, gepensioneerde  man die sinds 1989 in België woont, papa is van een 10-jarige dochter en plus-papa van 2 andere kinderen.

Rans is afkomstig uit Takoradi, de op twee na grootste stad van Ghana, na Accra en Kumasi. Takoradi is een kuststad en Rens was een zeeman die veel reisde.  Na 1 van zijn opdrachten kwam hij in België terecht waar hij trouwde en als technieker aan de slag ging.

Rans, hoe kwam je op het idee om jouw vereniging op te starten ?

In eerste instantie willen wij nieuwkomers uit Ghana helpen. Vaak hebben zij het aanvankelijk moeilijk om zich hier te integreren omdat zij verloren lopen tussen de verschillende diensten. Wij helpen hen niet alleen met de vertaling en het in orde brengen van de juiste papieren maar wij leiden hen ook toe naar de juiste diensten.

Veel mensen kennen mij nog als secretaris van Ghana Welfare. Deze vereniging bestond al eind jaren ’90 en daar deed ik heel wat kennis en ervaring.

Organiseren jullie naast die individuele ondersteuning ook nog activiteiten ?

Ja, in het verlengde van die hulp bij integratie nodigen wij ook sprekers uit van verschillende diensten in Antwerpen. Voorbeeld hiervan is de politie die een infosessie kwam geven rond de werking van hun diensten.

Om de 3 à 4 maanden verzorgen wij  ook zelf een infosessie rond de mogelijkheden, rechten en plichten in België. Dit kan gaan over heel verschillende onderwerpen gaande van verkiezingen en taallessen, over pensioenen tot gezondheidsvoorzieningen.

Naast deze louter informatieve en educatieve activiteiten komen we ook maandelijks samenkomsten waarbij alles rond ontmoeting draait. We toetsen af of iedereen in de gemeenschap zich goed voelt en zo niet, dan zoeken we samen naar oplossingen. Het zijn informele bijeenkomsten waarbij we samen en eten en drinken. Dit brengt mensen op een eenvoudige manier samen. Bovendien is het de uitgelezen gelegenheid om te debatteren en uit te wisselen over actuele thema’s.

Je vertelde dat jullie ook inzetten op gezondheid  ?

 

Ja ! Het is belangrijk dat we ons mentaal en fysiek goed voelen. In samenwerking met Sankaa  konden wij deelnemen aan Simpelweg Gezond. Naast gezonde voeding ontdekten wij ook dat er in de buurt van Antwerpen prachtige natuurreservaten zijn waar we altijd terecht kunnen voor een wandeling. Een gids van Natuurpunt leidde ons rond en zo ontdekten we prachtige en  toegankelijke plekken dichtbij  waarvan we voordien zelfs niet wisten dat ze bestonden.

Verder gaan we af en toe ook op museumbezoek waarbij we graag leren en ontdekken.

We treden niet enkel naar buiten maar we brengen ook graag mensen naar ons toe. Zo organiseren we jaarlijks een BBQ waarbij iedereen welkom is en waarbij we mensen van verschillende gemeenschappen samenbrengen. Jammer genoeg kon deze activiteit dit jaar niet doorgaan door de coronamaatregelen.

Heb je ook nog dromen Rans ?

 

Ik zou het heel fijn vinden mocht iedereen zich heel goed voelen en gelukkig zijn. Verder zou ik ook op 1 of andere manier ook graag nog iets betekenen voor de mensen in Ghana die het soms niet gemakkelijk hebben.

Bedankt Rans !