Getuigenissen

Verhalen van echte mensen, uit het luisteronderzoek Racisme Ontrafeld en daarbuiten.

(Deze verhalen werden in vertrouwen gedeeld. Ze zijn intellectueel eigendom van Sankaa vzw en mogen niet zonder uitdrukkelijke toestemming gekopieerd of doorgegeven worden. Wel kunnen ze via deze website gebruikt worden voor educatieve doeleinden.)

   (Homepage)

Publieke Ruimte

“Een koppel zag me mijn brievenbus openen en ze stopten. Ze dachten dat ik aan het stelen was. Ik voelde me echt beschaamd. Ik weet het nog omdat ik geschokt was. Ik schaamde me echt en voelde me vernederd.”


GEEN PLAATS OP DE BUS

Het betreft een uitstap naar Walibi met klasvriendinnen in het vijfde middelbaar. We moeten nog een bus nemen. De bus zit goed vol. Al mijn witte vriendinnen mogen nog opstappen, ik als laatste krijg te horen dat er geen plaats meer is. Mijn vriendinnen nemen het besluit ook af te stappen uit solidariteit.”


WEGLOPEN VAN MIJ

Op een dag stapte ik in de trein richting Gent Sint Pieters. De Bus was vrij vol. Toen ik vrije plaats zag, ging ik zitten naast nog iemand. Deze persoon ging direct recht staan met wat boosheid en ging op een andere plaats zitten waar nog maar 1 plaats vrij was, met allemaal blanke mensen. Naast mij, waren ze nog 3 plaats vrij. Ze keek ook heel raar naar mij. Toen ging ik naar mezelf kijken om te zien of ik stonk of zo. Ik begreep niet goed waarom ze ging rechtop staan, en wegging van mij. Ik voelde mij heel gegeneerd en onmenselijk behandeld. Ik heb de hele rit getwijfeld of ik niet moest gaan vragen waarom ze ging rechtop staan om ergens anders te gaan zitten. Maar ik had geen zin in een conflict in een trein. Dus bleef ik maar braaf op mijn stoel zitten. Sindsdien, kies ik altijd een vrije plaats om te zitten.”


MIGRANTEN HAAT

“In de tram in Antwerpen. Vroeg ik aan een persoon naast mij. Excuseer mij mevrouw, weet u soms of deze tram richting Linkeroever gaat? Ze doet haar ogen volledig open, kijkt naar mij van teen tot hoofd, neemt een pauze en antwoord heel kort en boos, ik weet het niet! Paar minuten later stapt een blanke vrouw in dezelfde tram, vraagt aan dezelfde vrouw en krijgt bondig uitleg over hoe en waar. Ik kijk naar de vrouw en leg mijn hoofd weer neer. Ik was helemaal niet zeker of dit racistisch gedrag was tot op het moment wanneer de andere vrouw in die tram stapte met dezelfde vraag als ik. Toen ging mijn ogen open. Ze was gewoon racistisch, ze wist helemaal waar het was. Ik voelde mij klein en verdrietig. Ik heb niets mis gedaan. Ik was zeer vriendelijk tegen haar en haar kinderen. Maar toch!”


ANDEREN WORDEN BETER BEHANDELD DAN IK

“Ik had een afspraak in een kantoor. Ze hebben me anders en heel slecht behandeld, maar ik wil het hier niet uitleggen. Ik voelde dat andere mensen beter werden behandeld. Gelukkig voor mij, duurde de afspraak maar een paar minuten. Ik voelde me zo slecht. Sindsdien begon ik witte mensen anders te bekijken. Zelfs voor dit gebeurde wist ik dat het bestond maar ik hield me voor dat het geen effect zou hebben op mij of mijn leven. Dus speelde ik mee en zag hen graag. Ik kijk anders naar hen, maar toch zie ik hen graag!”

Op het werk

“Ik deed een job binnen een sector waarvoor ik perfect bevoegd was (het juiste hogere diploma). Bovendien had ik enkele jaren ervaring. We werkten met migranten. Mijn collega’s waren allemaal wit, ik was de enige gekleurde persoon in een “machtspositie”. En toch wisten de collega’s het altijd beter. Ook al hadden ze minder werkervaring dan ik: mijn mening was bijkomstig. Ook al is mijn eigen vader een eerste-generatiemigrant, heb ik zelf een andere huidskleur en ken ik vele van de gevoeligheden waar migranten mee worden geconfronteerd: zij bepaalden het programma. Als puntje bij paaltje kwam, was er geen empathie, geen diepgaande interesse in ons doelpubliek. Ik besefte dat ik nooit kon winnen. Ondanks mijn diploma, mijn ervaring, mijn bloed, zweet en tranen… witte mensen weten het altijd beter. Ze kunnen je niet zeggen waarom… en ze zijn zeker geen racisten…! Maar ze hebben liever dat je je mond houdt.”

WERKT DE OVERHEID ECHT AAN INCLUSIE OF SCHRIJFT ZE OVER INCLUSIE!

“Twee jaar geleden, deed ik voor een 3de keer een stage voor hoogopgeleide anderstaligen bij de Vlaamse overheid, op een agentschap waar ik de enigste persoon met migratieachtergrond was. Op mijn eerste dag, was ik zeer goed ontvangen door de begeleider die mij ging begeleiden voor de komende 6 maanden. Ze stelde voor om rond te gaan bij de bureaus van andere medewerkers om mij voor te stellen. Als de rondleiding gedaan was kwamen we terug naar onze (open space offices) bureau waar nog 3 andere collega’s bij zaten. Een van de collega’s had mij eerder al gezien en gesproken. Hij kwam bij mij staan en begon te vertellen dat hij al naar mijn land was geweest en zo. Het gesprek ging zeker verder voor een aantal minuten. Hij was zeker onder de indruk dat ik zo goed Nederlands kon en zo. Hij ging terug naar zijn bureau en kwam een paar minuten later terug met iets in zijn handen. En riep mijn naam en zei, ‘dit noemen we nietmachine’! Verbaasd wat dit te betekenen had, keek ik naar mijn begeleider, ze keek naar de andere collega’s, die nog meer in een schok waren dan mij. Ik vond geen woorden dus antwoordde hem met een lange …ooookkkeee…! en niets anders. Hij ging weg, en ik moest dringend naar toilet gaan, want ik was niet zeker wat dit te betekenen had? Hij heeft bijna een half uur met mij staan te praten. Hij weet dat mijn Nederlands voldoende is om te begrijpen wat een nietmachine is en wat het doet? Maar wat wou hij doen? De begeleider stelde voor om met hem te gaan praten, en dit eventueel bij de leidinggevende te gaan aankaarten, maar ik wou het niet. Ik was bang dat mijn 6 maand daar gewoon hel ging worden als mijn eerste dag zou starten met een confrontatie met een racistisch medewerker. Ik heb het zo gelaten, en verder gegaan met mijn stage die maar 3 maand heeft geduurd omdat ik werk had gevonden ergens anders. Ik vond het ook niet mijn plaats om dit te rapporteren, maar wel aan de begeleider om dit toch aan te kaarten zonder mij erbij. Dit gebeurde bij de Vlaamse overheid waar men beweert zoveel te doen om diversiteit en inclusie te maken…! Klopt dat wel wat ze beweren te doen? of is het enkel op papier?”


SYSTEMATISCHE ONGELIJKHEID

“Persoonlijk heb ik niet zoveel last van racisme. Het subtiele racisme blijft altijd hangen, maar ik prijs mezelf gelukkig als ik verhalen hoor van vrienden en familie. Er is echter één verhaal dat altijd hard aankomt omdat het zo dicht bij huis is. Het is een beetje beledigend om het gewoon een verhaal te noemen, want het is een deel van haar leven. Misschien is trauma een beter woord. Het verhaal gaat over mijn moeder toen ze in België aankwam. Terwijl zij (als Afrikaanse) dezelfde opleiding had als mijn vader (als blanke Belg), moest zij beginnen als poetsvrouw en tot op de dag van vandaag wordt haar nog steeds een job op haar niveau geweigerd. En dat is wat voor mij de essentie van racisme is. Kansen worden ontzegd omwille van je huidskleur of cultuur. De vreemde blik, racistische opmerkingen of andere streken kan ik wel aan. Het is verre van plezierig, maar iets waar de mensheid zeker van zal kunnen afstuderen. Maar de systematische ongelijkheid is datgene wat me kwaad maakt, maar waar ik ook bang voor ben. Want niet iedereen is zo sterk als zij om elke dag een strijd tegen de berg op te leveren. Dus ja, het lijkt misschien een standaard verhaal maar het is het verhaal dat me soms wakker houdt en me zeker gevoeliger heeft gemaakt voor zaken die ik in het verleden over het hoofd zou hebben gezien.”


BLACK POWER

Op een dag was ik aan het werken op mijn kantoor. En iemand begon naar mij te roepen, neger, neger,… slaaf, zwarte piet en zo. Dit was ook niet de eerste keer dat ze zo deden. Op bepaalde momenten mocht ik zelfs niet mee doen met hun spel of gesprek want ik ben zwart. Ze vroegen mij of mijn kleur er af zou kunnen gaan, want dan zou ik erbij horen. Ze zeiden, waarom douche je niet, om je kleur eraf te krijgen neger? Dit deed mij zo veel pijn. Ik verloor mij zelf waarde, haatte het feit dat ik een donkerhuidskleur had, … Maar ik verloor mijn moed niet!


WERKEN BIJ DE OVERHEID IS ZEER MOEILIJK VOOR MENSEN MET MIGRATIEACHTERGROND

Ik werkte als consulent bij een organisatie die ik hier niet wil benoemen. Deed mijn werk zeer goed. Op een bepaald moment kwam uit vanuit de HR de vraag of ik aan een interview wil meedoen in het kader van diversiteit. Ik deed het en had toen alleen maar lof over mijn werkgever en mijn collega’s wat toen ook wel zo was. Toen het rapport naar buiten kwam had iedereen het gelezen en kreeg ik heel veel lof van mensen buiten mijn dienst maar niemand van mijn team. Toen veranderde iets. Blijkbaar zouden ze gelezen hebben dat ik duidelijk overgekwalificeerd was voor de rol die ik deed (met 2 masterdiploma’s uit Belgische universiteiten) en toch nog werken als consulent. Dus begon ze me racistisch te behandelen, uit te sluiten, anders te behandelen en letterlijk heel slechte dingen zeggen over mij. Ik nam het niet echt persoonlijk op en deed gewoon verder met mijn werk tot op het moment dat ik nergens meer in de eetruimtes, en in het team welkom was. Toen besliste ik om naar de leidinggevende te gaan. Niets gebeurde. Ik ging dan naar een vertrouwenspersoon die mij advies gaf om een informeel klacht in te dienen. Dat deed ik ook. Toen begon ik te zien dat dingen begon te bewegen maar dan in een verkeerde richting. Ik werd niet uitgenodigd om het te bespreken maar werd direct verplaatst naar een andere locatie heel ver van waar ik woonde. Ik deed het, en ook heel goed. Toen ze dat zagen dat het mij toch niet veel scheelde gaven ze mij nog een extra locatie bij. Dus moest ik op twee verschillende plaatsen heel ver van elkaar cliënten zien. Klanten bleven voor mij vragen in beide lokaties; Toen begon mijn collega’s de klanten te verwarren, als ze naar een locatie kwamen waar ik gewoon op mijn bureau zat te werken werd hen gezegd dat ik op een andere locatie zat. En als ze daar gingen werd hun dan gezegd dat ik net vertrokken was naar de andere locatie van waar ze vandaan komen. Zo konden ze het niet volhouden dus gingen ze bij hun voor verdere begeleiding en zag ik minder en minder mensen voor begeleiding. Mijn collega’s gingen nog verder dan dit, ze gingen rapporteren dat ze mijn werk doen, en dat ik niets doe. Ik gaf niet op. Kwam elke dag opdagen en voor nieuwe mensen zorgen. Toen ze zagen dat ik niet opgeef, besliste mijn leidinggevende om mij maar adminstratief taken te geven. Fotokopie, archiveren, en zo voort. Ook dat deed ik met respect en zorgvuldig. Toen werd er een ontslagbrief naar mij gestuurd dat ik onbekwaam ben en dus word ik ontslagen. Ik nam de brief en ging hogerop om te melden. Daar gaf ik uitleg over wat er allemaal gebeurde en ze vragen mij waarom ze niets over wisten. Waarom ik het niet had gemeld. Ik had wel gemeld. Maar zeiden tegen mij dat informeel melding mijn ontslag niet kan stoppen. Dat ik een formeel melding had moeten maken, dan hadden ze mij niet ontslaan. Ik werd dus verkeerd geadviseerd om een informeel melding te doen, terwijl ze intern iets aan het regelen was om excuses te vinden om mij onterecht te ontslaan. Als enige Afrikaan op de dienst, wist ik niets over mijn rechten, enkel over mijn plichten. En mijn collega’s, spaande zich samen met de leidinggevende om van mij af te komen. Gewoon omdat ik een bedreiging was voor hen met mijn diploma’s en de knowhow die ik had. Dit gebeurde bij een overheidsentiteit dat ons zou moeten beschermen. Waar ben ik dan wel veilig? ik werk nu bij een non profit met mensen van verschillende nationaliteiten. Ik voel mij hier zeer veilig.”

Op school

“Op school mogen we elke week iets leuks doen om beurt. Dat kan iets lekkers koken of een spel in elkaar steken. iedereen krijgt een vaste dag. Het was mijn beurt om iets te maken en had ik dat ook gedaan. Ik begin dan te verdelen en zie dat iemand anders dat ook had gedaan. Iedereen is in schock want het was niet echt haar beurt en ze wist dit zeker en vast. Ik negeer dit en verdeel mijn gebakjes verder en geef haar ook eentje. Ze doet ook haar rondje en komt bij iedereen behalve bij mij. Dus iedereen krijgt iets van haar behalve ik. Ik was in schok. Ik begreep het niet waarom ze dit deed. Maar omdat ik haar ken, wist ik dat dit gewoon met mij te maken heeft omdat ik de enigste zwart ben in die klas. Ze heeft dit vaker gedaan met andere dingen maar niet zo openlijk. Moest ik dit bij haar doen, zou ze direct stoppen met school. Maar naar anderen doet ze dit wel. Het heeft mij pijn gedaan. Zo veel pijn dat mijn hele dag gewoon verpest was. De toetsen die daarna kwamen heb ik dus ook zeer slecht gedaan en het waren heel veel. Ik begin school niet meer leuk te vinden en ik kan dit aan niemand vertellen want ik denk dat ze niet gaan begrijpen. Want in de klas doet ze ook raar dingen maar als ik dan reageer, ben ik het die de straf krijgt. Het is zo moeilijk. Als dit nu gebeurt, op school, wat gaat
dat worden later op mijn werk en zo? Vorig jaar zat er een meisje ook van andere origine in mijn klas en is nu gestopt met school. Ik weet dat de reden racisme is maar iedereen zegt, ja, ze was te dom, ze kon geen wiskunde en zo. Heel veel kinderen verliezen moed om verder te gaan met school. Dan denkt de school dat die kinderen dom zijn, maar er gebeurt zo veel op school, en iedereen behalve de school weet iets. En als de school dit weet, dan doen ze meestal niets dan ja, het was zo niet bedoeld,…. Allemaal redenen om dit gedrag goed te praten. Nu begrijp ik waarom het ander kindje is gestopt met school! Ik vind school echt niet meer leuk!”

PESTEN EN RACISME

Toen ik tandheelkunde studeerde, was er een professor die racistische opmerkingen maakte over zwarte buitenlandse studenten. Tijdens een van zijn colleges zei hij bijvoorbeeld voor de hele aula: “Afrikanen moeten geen geneeskunde of tandheelkunde studeren of andere universitaire studies. Ze zouden cursussen sociale promotie of handenarbeid moeten volgen. Ze zullen nooit slagen voor mijn cursus zolang ik leraar ben.” Een andere keer, hij richtte zich tot een van de zwarte studenten, vroeg hij haar op te staan en uit te leggen waarom ze een opleiding volgde. Omdat ze nooit zou kunnen slagen, zei hij. Tijdens de evaluatie, gaf hij alle zwarte studenten, inclusief mijzelf, een 2/20. De faculteit heeft nooit gereageerd, ondanks onze klachten. We mochten zelfs de examenpapieren niet inzien.”


JE MOET DIE ZWARTE JONGEN NEGEREN

“Ik deed stage als leerkracht in het secundair onderwijs. Er zat één Afrikaanse jongen in mijn klas, de andere kinderen waren wit. Hij werd veel geplaagd door zijn klasgenoten, maar reageerde telkens met humor. Ik begreep heel goed hoe hij zich voelde (ik was ook altijd de enige Afrikaan). Hoe meer ik voor de klas stond, hoe meer deze jongen durfde antwoorden op mijn vragen en deelnam aan de les. De sfeer was dynamisch en fijn, het werd mijn favoriete klas om voor te staan. Op een bepaald moment kreeg ik feedback van mijn mentor, een oudere witte vrouw. Ze zei: Je moet die jongen negeren, je laat hem teveel aan het woord. Ik was in shock. Ik vroeg waarom. Ze zei: Hij zoekt naar aandacht. Je moet hem negeren. Ze zei dit over geen enkele andere leerling, alleen die zwarte jongen. Een zwarte leerling die antwoordt in de klas, staat dus gelijk aan ‘aandacht zoeken’. En deze vrouw moest mij beoordelen. Ik was zo depressief dat ik bijna stopte met mijn studies, in het derde jaar hoger. Ik heb die leerling aangesproken, hem een hart onder de riem proberen steken, maar waarschijnlijk tevergeefs. We zijn ondertussen jaren verder. Ik denk nog vaak aan die jongen.


DE LES GESCHIEDENIS

“In de les geschiedenis ging het over kolonisatie. Een witte jongen zei dat België in Congo had moeten blijven, want dat nu alles slechter is dan toen. Ik draaide me om en zei Wablief? De leerkracht zei dat ik stil moest zijn. Toen gingen we verder met de les alsof er niets gebeurd was. Het gaat dus wel over Congo, maar als Congolees moet je zwijgen, je mening wordt niet gevraagd.”

In de familie

“Familie, schoonfamilie zijn de meeste racistische mensen die bestaan. Ik ben twee keer getrouwd geweest en gescheiden. De relatie loopt dan redelijk oké omdat je 200% van jezelf geeft in die relaties zonder dat enige ruimte te nemen voor jezelf. Je bent dus gewoon niemand in die relatie. Maar men tolereerde mij tot op de moment dat ik ging scheiden, dan zei mijn schoonfamilie en mijn man dan dat ik ging weglopen met de kinderen en het huis (als het kon bewegen). Je bent hier dus voor hun geld (hoeveel geld ze ook niet hebben); het kan niet anders zijn. Je bent dus 10 tal jaren met hun verbonden en soms loopt alles heel goed tot op het punt dat je moet scheiden dan ben je plotseling die negerinneke, maar al die jaren was je één van de betere dan al die apen in het apenland. Je kunt daar niet meer vanaf. Al beslis je alle rijkdom aan jouw partner en kinderen te laten bij de scheiding ze zullen je toch nog altijd zo bestempelen. Je kunt dus nooit jezelf zijn, want in het huwelijk probeer je alles te doen zodat je niemand moet teleurstellen en dat lukt, dan ben je gewoon beter dan die apen van jouw familie. Je mag dus ook nooit een fout maken, je kunt nooit falen je mag nooit zwak zijn, je mag geen zwakheid tonen, en vooral je moet 200% goed zijn maar zeker niet beter zijn dan hun.”

DISCRIMINATIE VAN BEIDE KANTEN

“Ik word gediscrimineerd geweest door blanke mensen en ook door Afrikanen. Op een moment dat ik trouwde met een blanke persoon werd ik dan niet meer gezien als een vriendin maar die verrader die met de blanken de Afrikanen pesten, je bent de vrouw die denkt dat beter is, je kinderen zijn niet zwart en zo voort. Dit is ook pijnlijk want je krijgt het gevoel dat je nergens bij hoort. Bij jouw familie in Afrika ben je de blanke vrouw en bij de schoonfamilie ben je net niet die negerin en bij jouw vrinden ben je dan precies te wit om zwart te zijn. Dus, in Congo je heb zo een tekening of een schilderij met een man boven en onderaan de boom kruipt een slang naar boven, onderaan de boom zie je een leeuw en in het water rondom de boom zie je een krokodil. Is zeer bekend in centraal Afrika. Die schilderij toont hoe dat ik mij hier voel. Soms het gevoel dat ik hier en nergens geen plaats/ uitgang of zelfs geen identiteit van wie ik ben en waar ik terecht kan met mijn problemen. De metafoor van de boom op zoek naar een veilig plek is heel duidelijk. Maar als je in die boom blijft, is er een slang die stilletjes aan jouw gaat pakken, als je springt, heb je dan de leeuw die op je wacht, en als je in het water zou springen heb je de krokodil, waar kan je nog terecht? Zelfs in mijn hoofd voel ik mij zo. Het raadsel van overleven dat deze jongen moet doen om gered te worden.”

Vrije tijd

“Toen ik begon met danslessen was ik zo beschaamd dat ik er niet meer naartoe ging. De andere kinderen bleven me chocolade noemen. Ze kwamen zelfs naar me toe om te vragen of ze me chocolade mochten noemen. Ik vroeg ze waarom en heb ik geen naam? Ze zeiden omdat ik helemaal bruin ben zoals chocolade en dat is een meer passende naam voor mij, chocolade. En ze begonnen te lachen op een zeer spottende en belachelijke manier. Ik was zo boos, beschaamd en hulpeloos dat ik stopte met danslessen.”

MIJN NONKEL HEEFT NOG IN ‘DE CONGO’ GEZETEN!

“Ik probeer oudere mensen het voordeel van de twijfel te geven. Maar negen op de tien keer, wanneer ze vragen wat mijn origine is en ik antwoord met “Congo”, krijg ik dit te horen: “Mijn nonkel heeft ook nog in de Congo gezeten!” “Oh, ik heb daar familie! Wij hadden daar een heel mooi huis…” Overlaatst was het: “Wij stuurden altijd onze zilverpapierkes naar de negerkes. Ja! Ik zeg negerke en ik krijg daar vaak commentaar op. Maar dat is niet slecht bedoeld hé!” Ik sta telkens met mijn mond vol tanden. Denken deze oude witte mensen, met wie ik een eerlijk, openhartig gesprek probeer te voeren, nu echt dat ik enthousiast wil zijn over hun dode, koloniale nonkel? Of het afval dat ze naar Congo opstuurden in de jaren weetikveel? (Niet slecht bedoeld hé!) Ben ik alleen maar een klankbord voor hun holle, racistische nostalgie? Blijkbaar wel. En dat moet ik dan maar slikken, op een doodgewone werkdag.”


DISCRIMINATIE BIJ DE SELECTIE VAN SPELERS VOOR VOETBALWEDSTRIJDEN

“Ik ben een leerling van de middelbare school en ik speel voetbal. Ik voetbal sinds mijn 10e en ben van de jeugdclubs overgestapt naar de 3e divisieploeg. Het is helemaal niet gemakkelijk om je als zwarte in het voetbal staande te houden als je geen Belg hebt of iemand (je coach, een lid van de club, een eerlijk en openhartig lid van de samenleving) die je talenten ziet en waardeert. Ik mis geen trainingen, behalve als ik echt ziek ben. Maar tijdens selecties zit ik altijd op de bank of helemaal niet. Een clublid moest roepen: “hé deze jongen is heel goed, waarom laten jullie hem altijd op de bank zitten? Is het omdat hij zwart is? Wij doorzien jullie discriminatie de hele tijd. Jullie deden dit met de vorige speler en hij vertrok. Wil je dat wij hem ook verliezen?” Als deze man in de buurt is, krijg ik de kans om te spelen. Mijn coach is een goede trainer maar hij geeft altijd de voorkeur aan de Belgen in het team. Wij, vooral de zwarten, komen altijd op de laatste plaats.”

Links racisme

Hoe kan je reageren?

#ReactToRacism heeft een website vol verhalen met analyse en tips voor slachtoffers en omstaanders.

Lees meer via deze LINK