Vereniging in de kijker : Amuka vzw
Elisabeth Msika Sekanabo en ik ontmoeten elkaar op een herfstige dag in november, veilig en virtueel, beide weer gezeten achter ons computerscherm.
Zij is een vinnige zestiger en komt uit Congo meer bepaald uit Noord-Kivu en heeft samen met haar man 5 kinderen en 11 kleinkinderen. Het valt me op dat Elisabeth een heel vlotte tong heeft en snel vertelt ze honderduit haar verhaal. Hoe ze 33 haar geleden met haar Belgische man, die ze in Congo ontmoette, in België toegekomen is, vluchtend voor de diplomatieke spanningen tussen België en Congo. Hoe ze haar leven daar goed had uitgebouwd als zelfstandige handelaarster en hoe ze zich hier begon te herscholen als gezinshulp en een studie gezinswetenschappen aanving.
Naast moeder zijn is Elisabeth ook de bedenkster van Amuka, een vzw met een heel intensieve werking zowel in België als in Afrika. Ze verliest geen moment mijn aandacht wanneer ze het verhaal hierachter uit de doeken doet. Een verhaal waarbij het onvoorwaardelijk helpen van anderen de hoofdrol speelt.
Hoe is Amuka ontstaan en wat zijn jullie activiteiten ?
Amuka, betekent ‘word wakker’ in het Swahili en het is een oude droom die werkelijkheid geworden is. Mensen in nood helpen is voor mij altijd een missie geweest. Zelfs toen ik nog school liep in Congo spijbelde ik soms om zieke mensen naar de hulppost of het ziekenhuis te brengen. Het is een innerlijke drijfveer die sterker is dan mezelf.
Tijdens mijn jeugdjaren werd AIDS een echte epidemie in Congo. Meer en meer mensen rondom mij lieten het leven. De laatste wens van vele vrouwen was om de zorg voor hun kinderen op mij te nemen zodat zij niet op straat terecht kwamen. Dit was een problematiek waar iedereen van mijn generatie mee geconfronteerd werd. De vraag werd echter zo groot dat de kinderen niet meer in gezinnen konden opgenomen worden en dat structurele hulp een noodzaak werd. Daar ontstond het idee al om een vereniging op te richten maar het werd nog niet geformaliseerd. We stonden middenin de epidemie en werkten uit volle macht om hulp te bieden.
Eens in België, hebben we ons gegroepeerd om te kijken hoe we van hieruit hulp konden bieden aan de mensen in Noord-Kivu.
De eerste echte actie was geld verzamelen om kinderen uit kwetsbare gezinnen te ondersteunen bij hun studies. We werkten samen met een ‘maman’ ter plaatse, een sociaal assistente, die zich inzette voor deze kinderen. Kinderen waarvan de ouders ziek waren of al overleden.
Na deze actie hebben we de vzw uiteindelijk geformaliseerd. Amuka werd een feit en als snel gingen we actief aan de slag. We kookten voor evenementen van het Afrika Museum in Tervuren , hadden eetstandjes op festivals zoals Manifiesta, de Bollekesfeesten,… Ook organiseerden we benefietmaaltijden en debatavonden met gastsprekers waarbij de sensibilisering rond de levensomstandigheden van de mensen in Noord-Kivu centraal stond. Fundraising en informeren zijn bij Amuka altijd met elkaar verbonden.
Wij organiseerden ook heel wat tentoonstellingen ism La piscine des activités waarbij kunstenaars uit Afrika een platform kregen. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de Verbeke Foundation waar doodskisten uit Ghana of beelden gemaakt uit gerecycleerde auto-onderdelen uit Guinée tentoongesteld werden. In Antwerpen Centraal kregen we in de stationshal een plek voor een foto-tentoonstelling,…
Heb je nog andere projecten in Noord-Kivu?
Ja, de voorziening van het schoolgeld was maar het begin van een hele reeks initiatieven.
In Noord-kivu zijn er heel wat vrouwen en jonge meisjes het slachtoffer van verkrachtingen door rebellen of soldaten. In samenwerking met een psychologe hebben we een programma ontwikkeld om deze slachtoffers te begeleiden bij de verwerking van hun trauma’s en bij het weer opbouwen van een leven in vrede.
Voor de jonge meisjes werd eveneens een crèche opgericht waar zij hun kind kunnen brengen wanneer zij of een schoolopleiding of een andere praktische vorming volgen.
In het verlengde daarvan hebben wij ook vrouwengroepen opgericht in 2 regio’s waar de klassieke NGO’s niet aanwezig zijn door de ontoegankelijkheid van de regio. Het doel van deze werkingen is de vrouwen hun fierheid terug te geven. We gaan niet zomaar fondsen geven en afhankelijkheid hiervan creëren maar we gaan hen micro-kredieten verschaffen. Ze gaan zelf weer aan de slag en zorgen voor een eigen inkomen waardoor ze zelf weer het schoolgeld van hun kinderen kunnen betalen en waardoor sommige vrouwen zelfs een eigen huis kunnen bouwen hebben.
Een ander luik van onze werking in Congo is sensibilisering. We merkten dat het voor de vrouwen die een kind kregen na een verkrachting ontzettend moeilijk was om het kind te aanvaarden. Liefst hadden ze de kinderen in een centrum weggeduwd omdat de zorg voor het kind het beeld en het trauma van de verkrachting telkens weer tot leven bracht. De kinderen werden bovendien gestigmatiseerd omdat zij de naam van de verkrachter droegen. Belangrijk bij deze sensibilisering is dat de moeders het kind ook als slachtoffer zien en het zo alsnog een liefdevolle opvoeding kunnen geven. Veranderen van hun naam is hierbij al een grote stap. w
Ondertussen is hierrond ook een vrouwengroep gevormd. Deze groep is een fusie van verpleegsters, die de vrouwen mentaal en fysiek bijstaan, en advocates, die het juridische aspect op zich nemen.
Rond het lot van deze kinderen en vrouwen maakten wij in België een toneelstuk. Ook hier werd dus gesensibiliseerd rond dit thema.
In Beni hebben we een stuk grond gekocht om een centrum op te richten waar getraumatiseerde kinderen na mishandelingen of na het zien van een oudermoord terecht kunnen. Door de oorlog kon dit echter niet doorgaan. Daarom hebben we ons gericht op Butembo waar we twee projecten rond familieplanning en diabetes uitgebouwd hebben>
Elisabeth, heb je na dit alles nog dromen?
Ja, absoluut. Na de dood van mijn man en nu de kinderen het huis uit zijn blijf ik hier alleen achter. Mijn droom is terug te gaan naar Afrika en me in te zetten voor de weeskinderen. Als ik geen anderen kan helpen dan denk ik dat ik ongelukkig ga sterven. Het is mijn levensdoel.