Vereniging in de kijker - Ghana Council

Vereniging in de kijker - Ghana Council

Sommige mensen dwingen respect af gewoon door wie ze zijn en waar ze voor staan. Kwaku Acheampong, een innemend man die zijn sporen hier en in zijn moederland Ghana heeft verdiend,  is ontegensprekelijk één van hen.

35 jaar reeds woont hij in België en ondertussen is hij vader van 4 kinderen en gepensioneerd na een succesvolle carrière bij FOS, een vzw die werkt rond internationale solidariteit en armoedebestrijding. Vanuit zijn opleiding startte hij daar als boekhoudkundige. Enkele jaren later kwam hij terecht in hun programma’s rond ontwikkelingssamenwerking in Afrika en tenslotte werd hij diensthoofd  internationale projecten waardoor hij ook projecten in Zuid- en Centraal Amerika opvolgde.

Naast zijn professionele activiteiten zet Kwaku zich ook al jarenlang in als stichtende voorzitter van Sankaa vzw en Ghana Council en als bestuurlid van Okyeman.

Het is vooral het verhaal achter Ghana Council dat ons boeit en dat onlosmakelijk verbonden is met het ontstaan van Sankaa vzw zelf. De duurzame en waardevolle samenwerking tussen beide organisaties loont de moeite om even in een historische context geplaatst te worden  om vervolgens de link met hun huidige werking  te maken.

Kwaku, hoe en waarom is Ghana Council ontstaan ?

Het is een lang verhaal dat begint in de jaren ’80 toen veel Ghanezen naar België kwamen. In die beginjaren was er veel eenzaamheid in de gemeenschap. Begin  jaren ’90 groeide het idee dat we daartegen iets konden ondernemen door ons als individuen te  verenigen binnen een vereniging. Zo ontstond Ghanaba wat staat voor zonen of dochters (ba) van Ghana en waarbinnen  Ghanezen van alle etnische culturele groepen elkaar ontmoetten.

In een tweede fase begonnen Ghanezen van eenzelfde etnische groep, met elk hun eigenheden en culturele waarden, zich onderling ook te verenigen. Zo ontstonden verenigingen zoals Asanteman (van de Asante-regio) en Okyeman (van de Akim-regio) die zich toen vooral centraal in Brussel vestigden.

In een volgende fase begonnen Ghanezen van dezelfde bevolkingsgroepen maar  uit andere Belgische steden zoals bijvoorbeeld Antwerpen zich dichter bij huis te organiseren. En zo ontstonden ook Ghanese organisaties in de grotere Belgische steden.

Vanuit deze verspreide mozaïek van organisaties kreeg ik  het idee om deze verenigingen weer samen te brengen en zo ontstond de koepelvereniging Ghanaba in 1997. Het ging  ons voor de wind en in 2000 werden we erkend als federatie van de Ghanese gemeenschap door de Vlaamse gemeenschap (ministerie van cultuur).

2005 was een kantelmoment omdat de erkenningscriteria vanuit het beleid veranderden. Om ons verder bestaan te garanderen werd ons gevraagd om minimum 50 lidverenigingen te hebben die  bovendien niet uit 1 Afrikaans land afkomstig waren maar uit verschillende landen. Nieuwe contacten werden gelegd en al gauw kregen we een divers pallet van lidverenigingen vanuit de Engelstalige Afrikaanse gemeenschap. De naam Ghanaba dekte de lading niet meer en Faab vzw (the Federation of Anglophone Africans in Belgium), het latere Sankaa vzw, zag het daglicht.

De oorspronkelijke Ghanese verenigingen wilden wel graag, vanuit hun gemeenschappelijke cultuur en achtergrond, een eigen koepelorganisatie blijven behouden en zo werd Ghana Council opgericht.

Jullie bestaan ondertussen al iets langer dan 30 jaar. Wat is er veranderd ?

Het oorspronkelijke idee was veelzijdig. Het verenigen van Ghanezen in België stond centraal maar bovendien wilden we de nieuwkomers ‘wegwijs’ maken in hun nieuwe land om de integratie, emancipatie en participatie te faciliteren. In onze beginfase organiseerden we daarrond heel veel vormingen zoals bijvoorbeeld de werking van de mutualiteiten, de organisatie van de pensioenen, de rechten en plichten, ….

Door de jaren heen evolueerden we ook tot het contactpunt en de  belangenverdediger van de Ghanezen in België door relaties aan te gaan met de Vlaamse overheid, onze gemeenschap te vertegenwoordigen en op te treden als spreekbuis. Ook het stimuleren   van  mensen of organisaties tot ontwikkelingssamenwerking en bedrijven coachen en informeren om te investeren in Ghana zien wij als onze taak.

Naast dit alles vinden we het en zeker niet in het minst dat wij ambassadeurs zijn van onze cultuur. Wij willen mensen laten voelen en  proeven van onze cultuur om zo toenadering en begrip te stimuleren.

Geef eens een voorbeeld van hoe je zo een culturele toenadering aanpakt ?

Jaarlijks organiseren de lidverenigingen van Ghana Council samen bijvoorbeeld de ‘Ghana Independence day’. We bundelen onze krachten met de Ghanese ambassade en vieren dit belangrijk moment met dans, eten en traditionele klederdracht. Op die dag is iedereen welkom. Het overstijgt ras, herkomst, kleur,… Onze cultuur delen staat centraal.

Hoe pakken jullie het aan in het Zuiden ? Heb je daar ook projecten ?

Zoals reeds gezegd proberen we bedrijven te stimuleren om te investeren in Ghana.

Zelf zetten we in op structurele ontwikkelingssamenwerking waarbij stad Antwerpen een belangrijke ondersteunende partner is. Stad Antwerpen ging in 2010 hun beleid rond ontwikkelingssamenwerking aanpassen om meer sociale cohesie in de stad te promoten. Daarvoor wilden zij werken met de diaspora die het meest vertegenwoordigd waren Antwerpen. Na Turkije, Marokko en Congo kwam de Ghanese gemeenschap. Gezien Turkije niet als ontwikkelingsland beschouwd werd kwam Ghana op de derde plaats en werden we ondersteund voor structurele samenwerking. Ghana Council vertegenwoordigde hierbij de Ghanese verenigingen en zorgde voor de verdeling van de financiële steun onder zijn leden. Er werd toen vooral ingezet op gezondheid en onderwijs.

In 2015 werd door Stad Antwerpen beslist dat verenigingen niet louter op hun middelen mochten steunen maar dat ze  ook voor andere partners en andere geldschieters moesten zorgen. Ghana Council vond toen FOS vzw bereid om mee te werken in die zoektocht en mede dankzij hen kregen we fondsen van de Vlaamse overheid. Vanaf toen werd vooral ingezet op projecten rond watervoorziening en sanitair in dorpen en middelbare scholen. Ondertussen werden 15 dorpen van water en sanitair voorzien en werden in verschillende scholen sanitaire blokken gebouwd. Het onderwijs is in Ghana sinds een 3 tal jaar gratis waardoor er een toeloop is van leerlingen en vooral van meisjes. De sanitaire voorzieningen voldeden echt niet meer. Op die manier proberen we te beantwoorden aan de SDG’s (Sustainable Development Goals) op gebied van ‘gendergelijkheid, watervoorziening en sanitaire voorzieningen’.

Kwaku, heb je nog dromen?

Vanuit mijn werk in ontwikkelingssamenwerking droom ik logischerwijze van een rechtvaardige wereld. De coronacrisis heeft ons eens te meer laten beseffen dat we leven  in een geglobaliseerde wereld waarin  wat in  één land gebeurt  gevolgen heeft voor veel andere landen. Ik droom ook van gelijkheid. Ik zag zoveel armoede, zoveel ‘echte’ miserie tijdens mijn projectbezoeken dat ik het mooi zou vinden mochten de begoede mensen zich wat meer zouden inzetten voor de minderbegoede. Dat zou mooi zijn.

 

Dank je wel Kwaku.